Mijn allereerste kennismaking met Slovenië is van korte duur. Welgeteld 45 minuten rijden we in 1991 een rondje door dit kleine land vanuit het Oostenrijkse Villach, waar we met het gezin op vakantie zijn. Het is een rustige zondagmiddag en mijn moeder vindt, geheel onterecht overigens, het maar niks om door een land van voormalig Joegoslavië te rijden. Ze sommeert mijn vader om te keren. Een uurtje later liggen we dus weer aan het zwembad in ons hotel, 45 minuten Slovenië ervaring rijker. Dat was zo’n 27 jaar geleden. Slovenië was net onafhankelijk geworden na de Tiendaagse Oorlog en het ‘voelde niet echt goed’ aldus mijn moeder.
Inmiddels is het najaar 2018 en komt er ineens de kans voorbij om Slovenië opnieuw te bezoeken. Dat het prachtig moet zijn wordt wel duidelijk via Instagram, maar toch kan ik me er niet zo veel bij voorstellen. Stel ik vraag jou: 'noem eens iets Sloveens?' heb je dan een antwoord? Slovenië is mij slechts bekend van de Alpe Adria Trail, een lange afstandswandeling. Deze voert je van de voet van de Grossglockner in Oostenrijk naar de Adriatische Zee via Italië en Slovenië. Vanuit de berghut waar ik in Karinthië overnachtte, zag ik de gloeiende toppen van de Julische Alpen tijdens de zonsondergang in de verte liggen. Dáár moet ik een keer naartoe bedacht op dat moment. En zo geschiedde.
Wanneer ik voor mijn werk op reis ben, is je compleet laten verrassen niet altijd een mogelijkheid, een beetje voorbereiding is vaak wel gewenst. Toch besluit ik bij mijn reis naar Slovenië om me gewoon te laten verrassen. Ik lees snel mijn reisprogramma door, noteer belangrijke telefoonnummers in mijn iPhone en stap op het vliegtuig naar Ljubljana. Off we go!
De vlucht van Amsterdam naar Ljubljana duurt slechts één uur en 45 minuten. Ik zit niet aan het raam, maar hoor tijdens de landing anderen over de bergen die in ze in de verte al zien liggen. Na het ophalen van de bagage stap ik naar buiten en begroet ik Sašo, mijn gids voor vandaag. De vroege ochtendzon is fel en prikt op mijn huid. Ik verbaas me erover we al direct door bergen omringd worden en ben nu al blij.
Sašo brengt me naar Begunj, een gehucht op nog geen half uur rijden van de luchthaven van Ljubljana. Hier krijg ik een wandelkaart overhandigd en de vraag het voor mij een probleem is om alleen op pad te gaan, aangezien Sašo het enorm druk heeft met een schoolevenement. Hij wijst me op de kaart wat mooie wandelingen aan en we spreken af om enkele uren later aan het einde van de vallei samen te lunchen, voor hij me naar mijn volgende bestemming brengt. Prima, het is voor mij geen enkel probleem om alleen te lopen. Op die manier kan ik op mijn eigen tempo genieten, foto's maken en verhalen verzamelen.
Dan gaat mijn telefoon: een Whatsapp bericht van mijn vriend. Of het vliegtuig al geland is? Ja joh, ik sta zelfs al met mijn bergschoenen aan op de trail! En dat binnen vier uur na vertrek uit Amsterdam, op een vroege ochtend in oktober. Daar waar ik een grauw en grijs Nederland achter me liet, geniet ik hier intens van de zon die de aarde langzaam maar zeker opwarmt. Het belooft een prachtig weekend te worden!
Te voet verken ik de bijzondere kerk van Svati Peter hoog op de berg, maak hier kennis met de enige bewoner en verwonder me bij de overblijfselen van het kasteel van Grad Kamen. Wat me onderweg opvalt is dat er redelijk wat Slovenen op de been zijn: voornamelijk 60 plussers die ontzettend kwiek en fit ogen. Tijdens de lunch met Sašo vraag ik hem het hemd van het lijf over Slovenië en haar inwoners. Hij vertelt me dat er in Slovenië een echte outdoor cultuur heerst. Dat wandelen een vast onderdeel is van de routine van velen en dat je minimaal 1 keer in je leven Triglav, de hoogste berg van Slovenië, beklommen moet hebben. Dat families er in het weekend op uit trekken de natuur in en dat ouderen dagelijks de bergen in gaan om fit te blijven. Ik ben nu al onder de indruk van de Slovenen. Wat een bijzonder volk!
Dan noem ik het verboden woord: het meer van Bled. Sašo rolt met zijn ogen en zucht diep. 'Weet je wat het is? Iedereen die naar Slovenië komt, komt voor Bled. Voor die ene foto van dat eilandje in het meer. Het is al sinds jaren een hype, maar social media (lees: Instagram) heeft het toerisme nog meer doen toenemen. En we kunnen het niet aan, er zijn niet genoeg parkeerplekken en te weinig accommodaties om zó veel toeristen aan te kunnen in het hoogseizoen. En zo bijzonder is nu ook weer niet. Nederlanders stoppen hier vaak alleen voor een dag of twee op weg naar Kroatië met de caravan of de camper. De meesten kijken nauwelijks verder dan Bled. Dat is jammer, want we hebben als land nog zo veel méér te bieden!'
Toch ben ik benieuwd … want als je er dan eenmaal bent kun je niet stoppen zonder een foto te maken. En dus maak ik de beroemde foto van het meer van Bled en stap weer in de auto. Weg van de drukte en de gekte hier, op naar het onbekende(re) Slovenië.
Ik word naar een dorpje hoog in de bergen gebracht voor een overnachting in complete rust en stilte. De volgende ochtend staat gids Urška voor me klaar. Zij neemt mij mee op pad van mijn appartement terug de vallei in naar het dorp Bohinj en het gelijknamige meer. Deze sportieve jongedame werkt voor het toeristenbureau van Bohinj. Ze vertelt me dat er in het voor- en najaar nauwelijks toeristen komen in dit gebied en dat het een waar paradijs is voor liefhebbers van natuur en wandelen.
Ze blijkt -uiteraard- gelijk te hebben. Tijdens onze wandeling mag ik voor het eerst een blik op Triglav werpen. Onder het genot van de reeds kleurende blaadjes en een knalblauwe lucht, mag ik me een rijk mens noemen dat ik dit op een doordeweekse werkdag mag ervaren. WOW!
De afdaling naar het meer van Bohinj is steil maar goed te doen. We pakken nog even een uitzichtpunt mee waar de paragliders normaal gesproken vanaf vertrekken en in de middag neem ik de kabelbaan omhoog naar Vogel Mountain. Je zou hier een toeristische bende verwachten, maar niks is minder waar. Ik en mijn biertje zitten nagenoeg alleen op het terras. Bij het bergstation begeeft zich slechts een handjevol andere mensen, voornamelijk Slovenen. Het uitzicht op het meer van Bohinj ver onder me en Triglav in de verte is werkelijk fabelachtig.
Tijd om er verder op uit te trekken in dit gebied is er helaas niet, want morgen gaat mijn reis weer verder naar de Soča Valley, de beroemde vallei met de turkooizen rivier. Het is spijtig dat ik door mijn werk als schrijver niet langer kan blijven. Ik mocht even proeven van het moois dat Slovenië te bieden heeft, maar ik ben nu al verkocht. Mijn vier dagen in Slovenië smaken absoluut naar meer!
Vooraf wist ik niet zo goed wat te verwachten van Slovenië, maar mijn bliksembezoek bleek een aaneenschakeling te zijn van hoogtepunten. Van prachtige maar nauwelijks belopen wandelpaden tot felblauwe meren, ik voelde me er als liefhebber van ongerepte natuur volledig in mijn element.
Met uitzondering van de oudere generatie spreekt iedereen in Slovenië zeer goed Engels. De Slovenen zijn behulpzaam, vriendelijk en trots op hun land. En met recht, het is een waanzinnige plek waarvan ik zeg: ga nu, voor het te laat is en ook de rest van het land door het massatoerisme wordt ontdekt. Je gaat er absoluut geen spijt van krijgen!