In het binnenland van Zuid-Spanje, achter de Costa Blanca, schijnt bijna het hele jaar de zon. Zwerf per fiets, te voet of met de auto door de nog weinig ontdekte provincie Murcia vol Moorse geschiedenis en Spaanse cultuur. Een ontdekkingstocht waarbij je Murcia-stad zeker niet mag overslaan.
Een zwaar, bijna brommend gebeier klinkt over de stad. Het zijn de klokken van de kathedraal: Murcia-stad maakt zich op de voor Heilige week voor Pasen. Een straatmuzikant zonder publiek speelt Strangers in the night op zijn saxofoon. In de Calle del Arenal, het steegje dat langs het bisschoppelijk paleis naar het centrale Glorieta de España-plein leidt, koopt een in het zwart geklede vrouw met looprek een vel lootjes van een straatventer. En op het plein, aan de oever van de Segura-rivier, lopen verliefde stelletjes hand in hand in de avondzon, langs cycaspalmen en fonteinen, vlak voor het Casa Consistorial. Dit statige oudroze gemeentehuis is met zijn neoclassicistische voorgevel een van de gebouwen die het plein aanzien geven.
Ooit was Murcia een van de machtigste steden van Spanje, nu is het een charmante provinciestad. Het waren de Moren die de oevers van de rivier de Segura rond 825 omtoverden tot een bijna paradijselijk landbouwgebied met wel vierhonderd kilometer aan irrigatiekanalen. De Huerta, noemen de Murcianen de bevloeide boomgaarden en moestuinen rond de Segura. ‘Voordat de Moren de rivier temden, was hier een soort moeras’, vertelt inwoonster Marian Herrero, die van het promoten van de stad haar werk heeft gemaakt. ‘De mensen in de streek leefden toen nog in de bergen. Pas toen de Moren de stadsmuren hadden gebouwd om indringers en water buiten de deur te houden, kon hier een echte stad ontstaan’.
Een bezoek aan Murcia is niet af zonder de Huerta te bezoeken. Ga bij voorkeur per fiets en rijd op een nog lekker koele morgen tussen citrusboomgaarden, perzikenbomen en dadelpalmen. Wie niet bang is voor een paar extra hoogtemeters, rijdt door naar de Santuario de la Fuensanta, een kerk boven op een heuvel die gewijd is aan de beschermheilige van Murcia en vanwaar je een fenomenaal uitzicht over de stad hebt. Én waar je lekker kunt lunchen op het panoramaterras.
Ben je op tijd terug van je fietstocht, breng dan in de namiddag nog een bezoek aan het Museo Salzillo, een museum dat in het teken staat van de 18e-eeuwse Murciaanse beeldhouwer Francisco Salzillo en waar een stukje van de ziel van de stad verborgen ligt. Zijn levensgrote religieuze beeldenpartijen, die tot de mooiste en beste behoren die ooit in dit barokke genre zijn gemaakt, staan niet alleen in de belangrijkste kerken, ze worden tijdens de Semana Santa, de heilige week voor Pasen, ook door de stad gedragen. Kilometers lang, tijdens indrukwekkende processies. Later zou ik het geluk hebben zo’n processie in Murcia-stad bij te wonen. Als ik de octagonale tempelruimte op de begane grond betreed - het museum is gevestigd in een 17e-eeuwse kerk - ben ik met stomheid geslagen. In een nis staat het laatste avondmaal in hout. Lichaamshouding en gezichtsexpressie van Jezus en zijn apostelen zijn zo levensecht dat het lijkt of de tijd twee millennia is teruggedraaid. De katholieke kerk weet wel hoe zij indruk moet maken op haar gelovigen. Zeker in Zuid-Spanje.
Toch zijn de Murciaanse katholieken allerminst streng te noemen. Zo wordt de Semana Santa op een relatief luchtige wijze gevierd. Niet alleen worden er snoepjes en eten uitgedeeld aan de kinderen aan de kant van de weg, er is hier en daar zelfs sprake van protest tegen de kerk. Zoals in Maratella, een prachtig vestingstadje in het noorden van de provincie Murcia, waar de Semana Santa met veel individualistischer ingestelde trommelaars wordt gevierd. Uit rebellie tegen de kerk hebben ze vaak een zwarte kat op hun tuniek geborduurd. Iets wat echt ondenkbaar is tijdens processies in andere Zuid-Spaanse steden!
Als ik het op 681 meter hoogte gelegen plaatsje met zijn smalle straatjes bezoek, raak ik in een tapasbar in gesprek met Juan. Hij is de broer van de vrouw die me zojuist in het rond het fort gebouwde Moratella heeft rondgeleid. Een geschikte kerel die het weekend heeft uitgetrokken voor een wandeling naar de top van de Pico del Obispo, de hoogste berg van de provincie. Na een paar voortreffelijke tapas met onder andere eendenlever en ossenhaas - in Murcia kun je zelfs in de meest onooglijke bars fantastische tapas krijgen - en een paar cañas, Spaanse biertjes van de tap, nodigt hij me uit om de volgende dag mee te gaan. Ik hap meteen toe, ook al omdat ik merk dat Juan veel van de natuur weet en zijn kennis graag met anderen deelt.
‘Er is nergens water onderweg en de temperaturen zijn bijzonder hoog in de zomer’. Voor we aan onze tocht om hoog naar de pico del Obispo beginnen, lezen we de waarschuwingen op het informatiebord. Gelukkig is het nog maar begin april. Van hitte zullen we onderweg geen last hebben. Over een goed begaanbaar pad beginnen we aan onze zevenhonderd hoogtemeters naar de top, tussen een haag van zwarte dennen, rozemarijn en jeneverbesstruiken. Later, als we al bij de stenige kam zijn aangekomen, ontdekken we een groep vale gieren aan de hemel. Zonder zichtbare beweging zeilen ze geruisloos aan ons voorbij.
Na nog een half uur stijgen en een laatste draai bij een rotsblok bereiken we de top. We zijn dan op 2.014 meter en kijken ongehinderd om ons heen. In het zuidoosten zien we de besneeuwde toppen van de Sierra Nevada schitteren onder de felle voormiddagzon, diep in Andalusië, zo’n 150 kilometer van ons vandaan. Tijd om het gastenboek te tekenen in het houten kastje onder het kruis. Én voor een selfie met Juan. Want zonder hem was het afscheid van de provincie Murcia lang niet zo spectaculair geweest.
De provincie Murcia is een weinig ontdekte, aan Andalusië grenzende provincie vol Spaans-Moorse geschiedenis en cultuur, die je gemakkelijk zelf per auto, fiets of wandelschoen kunt verkennen. De hoofdstad Murcia, een door de moren gestichte stad aan de Segura-rivier, die dankzij zijdeteelt en landbouw ooit tot een van de magische steden in Spanje behoorde. Tegenwoordig is Murcia een aangename, nog niet door toeristen overlopen provinciestad met highlights als het Salzillo-museum en een prachtige kathedraal. Met stadjes als Caravaca de la Cruz, Cieza en Moratalla, valleien als het Ricote-dal en een aantal prachtige berggebieden is er ook in de provincie veel te genieten in Murcia. Check Turismo de Murcia voor culturele feesten en festivals als de Semana Santa en de spectaculaire wijn-paardenrace in Caravaca de la Cruz.