Bijna iedere paar treden die we afdalen naar Mackenzie Falls in Grampians National Park horen we de Nederlandse taal. De waterval, en eigenlijk het hele park, is hartstikke populair bij landgenoten én andere toeristen. Het duurt niet lang of wij, vriend Richard, dochter Nika (3,5) en ik, zijn ook verkocht. Daarvoor hoeven we er maar drie nachten te blijven.
Want wat is het park, in het zuiden van Australië, prachtig mooi. Het begint al bij de rit ernaartoe. Vanuit een grotendeels kale, droge vlakte rijzen de Grampians veelbelovend op aan de horizon. We verbazen ons over de contouren van de bergen. De bijzondere rotsformaties lijken wel door de wind gevormd, zo scheef staan ze. Maar naast gesteente in alle vormen en maten, Nika ziet er steeds weer wat anders in, is er ook een grote diversiteit aan flora en fauna. Vlak voordat we Halls Gap inrijden zien we al een tweetal emoes grazen. Ze zijn toeristen duidelijk gewend en laten zich, nadat we een parkeerplekje gezocht hebben, rustig fotograferen. Nika kijkt vanachter het autoraampje schaterend toe. Ook kangoeroes laten zich veelvuldig zien in de Grampians, tot ons grote plezier. En 's morgens worden we gewekt door tientallen krijsende kaketoes.
Maar om slechts vanaf een afstandje wildlife te spotten zijn we niet naar de Grampians gekomen. Het park bestaat uit vier verschillende bergketens en heeft meer dan honderdvijftig kilometer aan wandelpaden. Een walhalla voor sportievelingen en natuurliefhebbers dus. We wandelen eerst naar The Pinnacle, een icoon in de Grampians en een must do volgens de eigenaresse van onze accomodatie. Ze werpt een blik op onze peuter en haar korte benen en adviseert ons dan meteen dringend de 'makkelijke' route naar de rotsformatie te nemen, vanaf Sundial carpark. 'Is dat dan wel net zo mooi?', vraag ik een beetje bezorgd. 'Stunning', antwoordt ze verzekerd. 'All walks in the park are stunning.' We zijn om. Met een lege rugdager op m'n rug en een klein handje in de mijne, want Nika wil bijna de hele heenweg zelf lopen, zijn we even later wel blij met deze beslissing. We nemen de tijd, genieten van de vele uitzichten en doen bijna drie uur over iets meer dan vier kilometer. We komen erachter dat er toch nog best wel wat te klauteren valt tijdens deze wandeling. Dat vinden we alle drie erg leuk.
De soms tot de verbeelding sprekende rotsformaties in de Grampians maken acrobaten in veel bezoekers los. Terwijl de één gevaarlijk op het randje van de afgrond balanceert voor de meest spectaculaire selfie, haalt de ander halsbrekende toeren uit voor een nog betere fotopositie. We zien een meisje over een smalle hoge rots wankelen. 'So silly', reageert een andere wandelaar en hij schudt z'n hoofd. Nika vindt het het allemaal erg interessant en kijkt steeds om. Met de meest angstaanjagende beelden in m'n hoofd leg ik haar uit dat we niet van het pad af mogen wijken. 'Oh, waarom?', vraagt ze automatisch, zoals ze dat de laatste tijd wel vaker doet. 'Omdat we anders kunnen vallen en dat doet pijn', zeg ik en gelukkig accepteert ze mijn wijsheid. Bovenop de klif kiezen we ervoor om met z'n drieën veilig van het spectaculaire uitzicht te genieten vanachter het hekje. Het levert ons een vrolijke selfie op.
Tijdens de wandelingen rond Mackenzie Falls hoef ik zelf geen betoog te voeren. We wijzen Nika slechts op de lange lijst aan regels die op een bord opgesomd staan. Ze staart gebiologeerd naar de bijbehorende plaatjes. Naast waarschuwingen voor gladheid, omvallende bomen, loszittende stenen en bosbranden wordt ons verzocht honden en katten thuis te laten en kangoeroes en andere wilde dieren vooral niet te voeren. Afgesproken. We dalen de 260 treden af naar de onderkant van de waterval en genieten ieder op onze eigen manier van dit natuurfenomeen. Richard en ik zitten op een rots en staren naar de vele liters die iedere seconde naar beneden denderen, Nika gooit blaadjes en takjes in het snelstromende water en kijkt waar ze heen gaan. Zwemmen mag er niet, staat op een bordje. Maar daar trekken sommige bezoekers zich weinig van aan. In de poel voor de waterval spatteren drie durfals in het rond. Het zet anderen aan ook de zwemkleding aan te trekken en de regels te negeren. We geven het toe; het is best aanlokkelijk. Maar na een tijdje beklimmen we braaf de trappen terug naar de parkeerplaats, met droge voeten.
Reeds Lookout en The Balconies zijn populair tijdens zonsopkomst en -ondergang. We horen verhalen over prachtige mistige morgens en rode avondluchten. Maar omdat Nika dan meestal in bed ligt, besluiten we de uitzichtpunten overdag te bezoeken. Daar krijgen we geen spijt van. Na een korte rit kijken we uit over de Victoria Valley, de Victoria Range, de Serra Range, Lake Wartook en de Mount Difficult Range. Het uitzicht vanaf The Balconies is vergelijkbaar indrukwekkend, maar daar steekt een opvallende rots uit de berg, die het extra interessant maakt. Vanaf die hoogte zien we de uitgestrektheid van het landschap onder ons. We zijn er even stil van. Nou ja, Richard en ik dan. Nika kletst gezellig verder.