SNP-directeur Gert Nieuwboer was aanwezig tijdens de Maiden voyage van tweemaster Noorderlicht om als een van de eersten de ongerepte kusten en baaien van het arctische Spitsbergen te ontdekken. Hij doet verslag van deze bijzondere reis.
Begin april ontwaakt Spitsbergen net uit een lange winterslaap. Het daglicht is er al vrijwel volledig, maar de temperaturen zijn nog ver onder nul. Het land ligt bedekt onder een dik pak sneeuw en in het water van de diepe fjorden drijft nog menig ijsschots. Toch kan de bemanning van tweemaster Noorderlicht onder leiding van de nieuwe schipper Floris de Waard niet wachten om het ruime sop te kiezen en als een van de eersten de ongerepte kusten en baaien van dit arctische land te exploreren. Aan boord is er plaats voor twintig winterharde avonturiers die dagelijks aan land worden gebracht voor fraaie winterwandelingen.
'Jan, Pier, Tjoris en Corneel, die hebben baarden, die hebben baarden'… Ik krijg dat oude zeemansliedje maar niet uit mijn hoofd al ik het vliegtuig verlaat in Longyearbyen en mijn eerste voetstappen in de sneeuw van Spitsbergen plant. 78° noorderbreedte, dichter bij de Noordpool kan je haast niet komen met een lijnvlucht. De thermometer wijst -15°C; een land voor stoere mannen met baarden. Toch worden we opgewacht door een frêle vrouw met een enorme oranje reddingsboei met de naam 'Noorderlicht' in haar armen. 'Hallo, ik ben Sara, jullie expeditieleider voor deze week'.
Het helrode schip Noorderlicht ligt als enige aangemeerd aan de steiger van Longyearbyen. Deze stalen tweemaster met verstevigde kiel heeft een lange en roemruchtige geschiedenis in de wateren rond Spitsbergen. Nog niet zo lang geleden lag het schip menig winter ingevroren in de nabije Tempelfjord en diende het als uitvalsbasis voor hondensledetochten of toerskiërs. Klimaatverandering heeft haar effect inmiddels ook op deze hoogte gehad en het zee-ijsfrony ligt de laatste jaren steeds noordelijker waardoor een vroege vaart al in de maand april mogelijk is geworden. Dit jaar overwinterde het schip in de buurt van de Lofoten en heeft een volledig nieuwe bemanning in vier dagen tijd met gunstige zuidenwind de oversteek gemaakt naar Spitsbergen.
We zitten bijeen in de behaaglijke kajuit. Kapitein Floris de Waard heet ons welkom en we krijgen uitleg over de regels aan boord. In de kombuis, het domein van scheepskok Mariëlle, rinkelen de pannen en stijgen al de heerlijke geuren op van de eerste warme maaltijd. Het is vijf uur in de middag, we zijn aan boord en direct gooien we de trossen los en varen we de Isfjorden in. Het avontuur kan beginnen.
Het programma van een winterse week aan boord van de Noorderlicht laat zich moeilijk vastleggen. De route wordt ingegeven door de wind en de ijsomstandigheden. En eigenlijk maakt het ook niet heel veel uit, want overal waar je aan land gaat of voor anker ligt, is het mooi en uniek. Sara en Floris overleggen elke dat en houden nauwgezet de weerberichten en satellietbeelden van de ijskap in de gaten. Voor de kenners: onze route verliep noordwaarts via Ymerbukta door de Forlandsundet naar de Julibukta en Signehamna en terug via Kongsfjorden, Gaffelbreen, Jonsfjorden en Poolepynten, Trygghamna, Alkhornet naar Longyearbyen. Zeven dagen op zee zonder enig ander varend schip te zien. Niets anders dan een ongerepte, met sneeuw en ijs bedekte kust; een ongekende witte wereld, woest en tegelijkertijd van een kwetsbare schoonheid.
Elke ochtend voor het ontbijt bespreekt Sara, onze expeditieleider, het programma van de dag. Zij bepaalt waar we de landing maken met de opblaasbare Zodiac en gaat ons voor op de wandelingen. Uit veiligheidsoverwegingen heeft iedere expeditieleider op Spitsbergen een geweer bij zich en een 'flare' (een soort vuurwerkpistool) waarmee je een te nieuwsgierige ijsbeer op afstand kan houden. En Sara heeft bovendien Nemo, een stoere husky die onze groep elke dag vergezelt aan land. Volgens Sara is Nemo haar beste beschermer, want blaffende honden, daar houden ijsberen niet van. Wel moet Nemo vast aan de lijn om te voorkomen dat een onschuldig sneeuwhoen of poolhaas de dupe wordt van zijn jachtinstinct. De dagelijkse wandelingen over het verijste land vergen wel wat van je conditie - zeker wanneer we door diepe sneeuwvelden moeten trekken - maar zijn voor eenieder met een gezond lijf prima te doen. Gezien de temperaturen in april blijven de excursies meestal beperkt tot een uur of drie, zodat we aan boord weer kunnen opwarmen aan de heerlijke soepen die Mariëlle dagelijks bij de lunch serveert.
Ook al is het meer dan twintig uur licht op een dag in april, veel kracht heeft deze winterzon nog niet en de temperaturen kunnen gemakkelijk dalen tot ver beneden het vriespunt. Voeg er nog een windkracht vijf-zes bij en het voelt aan als -25°C. Goede uitrusting is dus van levensbelang en weer gerust: je zult he allemaal nodig hebben. Van gevoerde laarzen, waarmee je uit de Zodiac in het ijswater kunt stappen, tot aan de bivakmuts om bij een poolstorm toch ook het puntje van je neus beschermd te hebben. Het beste werkt de laagjestheorie: begin met thermisch ondergoed, daarover een skibroek, dunne maar warme (col-)trui, winddichte polarfleece, waterdichte Gore-Tex regenjas, binnen- en buitenhandschoenen en als kers op de taart een stormvaste muts. Gelukkig is tegenwoordig alles bij een goede buitensportzaak verkrijgbaar.
De beloning van deze reis is groot. Je krijgt Spitsbergen te zien in zijn meest winterse vorm. IJssculpturen van bizarre afmetingen en kleuren, drijvende schotsen waar baardrobben of walrussen liggen te zonnen, brokken gletsjerijs (zoetwater) die 's avonds in je whiskyglas zacht twinkelen door vrijkomende luchtbelletjes, pannenkoekenijs waar de boeg van het schip zich met een zucht doorheen slaat. En dan een magnifiek dierenleven als poolvossen, rendieren en -de kans op het zien van- ijsberen. Ook de vogels keren terug van hun winterverblijven: burgemeesters, drieteenmeeuwen, zeekoeten en de kleine alk zijn alweer volop aanwezig in het luchtruim. Je voelt je kortom snel een echte Jan, Pier, Tjoris of Corneel en je hoeft je baard er niet voor te laten staan.