Fietsgids Onbegrensd Fietsen van Amsterdam naar Rome deel II: Basel–Florence.
Karakteristiek van de route: Over rustige wegen en autovrije (fiets-)paden van Basel naar de Bodensee. Dan door het Rijndal de Alpen in en via de Splügenpas naar het merengebied in Italië. Via Lecco naar Bergamo en dan naar Milaan, het eindpunt.
Begin/eindpunt: Basel / Milaan
Fietsers aan het woord: Anna (34) met Job (38) en Hasse (nog-net-geen-drie).
Vier jaar geleden fietste ik samen met mijn man Job en “Benjaminse” naar Basel. Een rustige route die ons op prachtige plekken in de Ardennen, de Vogezen en de Elzas bracht. Het was het eerste deel van de route naar Rome en dat smaakte naar meer. Lichte twijfel had ik deze keer wel. Ons gezelschap was ondertussen uitgebreid met een peuter van bijna drie. Kregen we alle bagage wel mee op onze fiets? Zou ze het wel leuk vinden? Met de gedachte dat drie weken op een camping staan altijd nog een optie was, gingen we toch op pad.
Het plan was om naar Basel te rijden, daar de auto neer te zetten en op de fiets te stappen. Kampeer- en kookspullen gingen mee voor maximale vrijheid. Hoewel het tweede boekje van Benjaminse in Florence eindigde had ik niet de ambitie om tot daar te komen. Het doel was om lekker te fietsen en te kijken hoever we zouden komen. De enige deadline vormde een trein uit Milaan die over een kleine drie weken terug naar Basel ging.
Met de auto reden we naar een camping in Huningue, een Frans dorp net voor Basel. Aan de campingeigenaar had ik gevraagd of we de auto drie weken in zijn straat konden zetten. Dit was geen probleem. Bij aankomst bleek het in Basel, net als in heel Noord-Europa, verzengend heet. Op onze eerste fietsdag stonden we daarom om zes uur op en gingen op pad.
Mijn verwachting was om die dag een kilometer of veertig te fietsen, maar rond de lunchtijd hadden we die er al op zitten. Dat was relaxed, maar we waren ook een beetje oververhit geraakt. Gelukkig bleek er in het stadje van onze lunchpauze een zwembad te zijn. En hiermee werd de trend gezet. Fietsen en zwemmen bleek in de warme dagen erna een gouden combinatie. In de Rijn, in de Thur en in de prachtige openbare zwembaden die vaak direct aan de Zwitserse campings liggen.
De eerste week slingerden we ons met drie rivieren een weg naar de Bodensee. Het langst volgden we de Rijn. Zeg je Rijn, dan denk ik: bruin, vervuild en druk. Hier was hij echter schoon, transparant en uitnodigend. Verschillende keren grepen we dan ook de kans om er even in te duiken.
Hoewel het traject tot de Bodensee prachtig was, had ik me het meest verheugd op het deel dat daarna zou komen: de echte bergen. Dit deel begon helaas met een kapotte fietskar. We zaten net weer op de fiets na een uitgebreide koffiestop aan de Bodensee toen de kar ineens gek scheef hing. Een gebroken schroef. Kunnen die breken? Kennelijk. Ik nam de kar van Job over en fietste er voorzichtig mee naar een speeltuin terwijl hij een schroef ging zoeken.
Nog zo’n pluspunt van Zwitserland: speeltuinen. Talrijk en mooi. Iets waar wij als fietsend kinderloos stel nooit naar om hadden gekeken, bleek nu ineens een essentiele succesfactor van onze fietsvakantie. Dagelijks stopten we meerdere keren bij een speeltuin en aten de lunch onder een boom terwijl onze peuter de glijbaan en het klimrek verkende.
Met een gerepareerde kar fietsten we de Alpen in. Dit klinkt zwaarder dan het was. Benjaminse heeft het Rijndal gekozen voor zijn route door de Alpen. Hoewel het dal waarin we fietsten geflankeerd werd door hoge bergen, was de dalbodem redelijk vlak. Het nadeel is dat je hem moet delen met meerdere wegen en een treinspoor, maar ja, het is kiezen of delen.
Wil je naar Italië dan moet je natuurlijk uiteindelijk een pas over. De pas die Benjaminse heeft uitgekozen hiervoor is de Splügenpas. Een relatief rustige overgang met een afdaling naar het Comomeer in Italië. Terwijl wij langzaam naar dit punt stegen was het wel of niet befietsen van deze pas een terugkerend thema. We kregen een voorproefje op onze achtste fietsdag. Net voor Thusis moesten we een stuk met 10% stijging fietsen. We besloten dat als dit goed ging, we zouden overwegen om de Splügenpas te fietsen.
Die 10% moesten we lopen. De combinatie van een onverhard pad, een fietskar en een fiets met een beperkt verzet maakte de helling tot een flinke kluif. Erg treurig hierover waren we niet. Benjaminse geeft als alternatief voor de Splügenpas een trein naar St. Moritz vanwaar je via een een lange afdaling ook bij het Comomeer uitkomt. De treinrit naar St. Moritz is een van de mooiste trajecten in Europa. Geen straf dus.
Via de Malojapas doken we Italië in. In dertig kilometer daal je via deze pas in 1500 hoogtemeters naar de Italiaanse meren. Elke 100 meter die je daalt, zie je de vegetatie veranderen. De dennebomen maken plaats voor loofbomen die de stijle bergwanden een oerwoudachtige aangezicht geven. Niet veel later doemde het eerste meer van het merengebied voor ons op. Na een stop bij een speeltuin, een stevige, heerlijke Italiaanse lunch en een duik in het Lago di Mezzola reden we door naar het Comomeer waar we onze tent opzetten.
Hoewel het gebied prachtig is, bekroop mij op de tweede fietsdag in dit gebied een zekere irritatie. In de drukkende hitte fietsten we op de enige weg naast het meer die we moesten delen met veel verkeer. Terwijl we ons dagelijkse bakkie koffie dronken hoorde ik vooral Duits en Frans om me heen. Druk en toeristisch, dat is niet zo mijn ding.
De volgende dag namen we in alle vroegte met een kop koffie in Lecco afscheid van de meren en fietsen een pad naast de rivier de Adda op. Ik voelde een zeker opluchting bij het achterlaten van alle toerististische drukte en verkeer. Dat het toerisme zich erg lokaal concentreert, bleek toen we niet veel later voor een vroege lunch stopten in Brivio. Ineens was alles weer Italiaans pur sang. De enige buitenlanders die we zagen, waren wijzelf.
Via de Adda fietsten we de dagen erna naar het zuiden en met een slinger via Bergamo naar Milaan. Hoewel ik opzag om Milaan in te komen met een fiets, bleek deze angst onterecht. Aan het eind van de ochtend op onze laatste fietsdag draaiden we de Naviglio Martesana op, een kanaal dat afgeleid wordt van de Adda. Na nog een laatste duik in een lokaal zwembad, fietsten we 38 heerlijke kilometer langs een kanaal met helderstromend water het centrum van Milaan in. Ruim op tijd voor de trein!