De meeste wandelaars struikelen over hun vooroordelen, voordat ze ook maar ooit één stap in dit gebied zullen zetten. De regio Nord-Pas de Calais is te weinig Frans, teveel Vlaams, draagt de zware littekens van een industrieel verleden en het is er, zo vlak als in Nederland èn ze hebben daar ook nog vaak slecht weer.
Slecht één keer in de geschiedenis maakte dit Vlaamse noordwesten van Frankrijk, een toeristische vloedgolf mee. Dat was kort na het uitkomen van de populaire komische film ‘Bienvenue chez les Ch’tis’ uit 2008. Een postbeambte uit de Côte d’Azur wordt - voor straf - overgeplaatst naar deze uithoek van Frankrijk. Naar barre oorden in het noorden. Maar hij maakt kennis met het unieke Vlaamse leven, vol humor en leuke - onfranse- mensen.
Originele frietkotten, bier in plaats van wijn, een hartelijke en gastvrije bevolking en leuke stadjes met hun ‘belfort’. Dat is een klokkentoren met vaak tientallen klokken. Een wandeling in de regio Nord kan een culturele en historische ontdekkingsreis zijn, in een gebied dat de meeste Fransen alleen van ‘horen zeggen’ kennen.
De regio Nord bestaat uit de departementen Nord en Pas de Calais. De regio Picardie uit de departementen Aisne, Oise en Somme. Na een regionale herindeling in 2014 zijn deze regio’s samengevoegd tot één regio.
Zo wordt de nieuwe regio Nord-Pas-de-Calais-Picardie nog interessanter voor een meerdaagse wandelvakantie. Met héél veel natuurschoon, meer dan je misschien zou verwachten. De baai van de Somme die in het Kanaal uitkomt is één grote wirwar van waterlopen en wadden. Daar tref je een unieke flora en fauna, met ongekende mogelijkheden om vogels te spotten. De GR 120 volgt de Franse Noordzee kust, ook niks mis mee. De omgeving van Bergues lijkt wel op een Nederlands polderlandschap. Met z’n kanalen en grappig genaamde dorpjes zoals Stinkaert, Noordpeene en Zermezeele. Tenslotte zijn de steden Amiens, Laon, Beauvais, Lille en Saint Omer de moeite waard.
Wie durft er nu nog te roepen dat het noordwesten van Frankrijk niet veel voor de wandelaar in huis heeft?
Helemaal in het noordwesten van Frankrijk vind je een streek die mogelijk nog Vlaamser is dan Vlaanderen in België. Grotendeels vlak, aan een mooie Noordzeekust en vele kanaaltjes en andere waterlopen doorsnijden het vlakke binnenland. Een streek waar de schoonheid misschien niet direct is, maar waar je het landschap langzaam op je netvlies laat inwerken om het steeds beter te waarderen. Misschien vind je het mooiste moment van Vlaams Frankrijk in de hartelijkheid en gastvrijheid van de mensen die er wonen. Het maakt niet uit waar je bent, je hebt altijd snel aanspraak!
Op amper 60 km van Zeeuws Vlaanderen, kun je kiezen uit meer dan 20 wandelroutes door het Franse deel van Vlaanderen. Het gaat doorgaans om kortere trajecten van 5 tot 15 kilometer, maar je kunt ze gemakkelijk aan elkaar knopen tot een meerdaagse wandeling.
Een mooie route is ‘le Coeur de Flandre'. Een wandeling door het hart van Vlaanderen bij Cassel en één van het beperkte aantal trajecten met reliëf. Ook aan te bevelen is de rondwandeling van ‘Broecken en Dycken’. Door graanvelden en een drassig landschap, bij het plaatsje Millam.
Lille is verreweg de grootste stad van Noord-Frankrijk, met uiteraard veel Vlaamse invloeden. De karakteristieke gevels in de binnenstad, het oude beursgebouw, het ultramoderne TGV station en de bekende citadel. We zetten Lille er maar even bij, omdat de meeste wandelaars die met de trein naar Frans Vlaanderen komen, hier zullen beginnen. Je kunt bijvoorbeeld eerst een gemarkeerde wandeling maken door het oude centrum en vervolgens de stad ontvluchten via de GR121B. De enige GR route die in de buurt van het centrum van Lille komt.
De Franse Noordzeekust, tussen de badplaatsen Bray-sur-Dunes en Berck, staat bekend als de ‘Opaalkust'. De Noordzeekust is in het noorden nog te vergelijken met die van België en Nederland: brede zandstranden en duinen. Verder naar het zuiden tref je de kenmerkende steile krijtrotsen. De Cap Griz Nez en de Cap Blanc Nez, beiden tussen Calais en Boulogne-sur-Mer, zijn de meest markante locaties.
De 175 kilometer lange GR120, van Bray-Dunes naar Berck, volgt deze kust. Een mooie en niet al te zware wandeling door duinen, langs rotsen en enkele natuurreservaten. Jammer dat het mooiste natuurreservaat ‘Réserve Biologique Dominale de la côte d’Opale’ niet toegankelijk is. Wat je echter ook tegenkomt zijn bekende badplaatsen zoals Le Touquet-Paris-Plage, Berck, Merlimont en vele anderen. Calais en vooral Dunkerque zijn industriesteden, die weer wel een leuke binnenstad hebben.
Dit beschermd landelijk gebied beslaat een oppervlakte van 1.320 km2 en het ligt voor het grootste deel in het departement Pas-de-Calais. De falaises aan de Opaalkust zijn er een onderdeel van, maar ook een groot deel van het binnenland. Met een aantal bijzondere stekjes. Het natuurreservaat van Etangs du Romelaëre bijvoorbeeld. Net ten noorden van het stadje St-Omer. Met z’n honderden ‘watergangs’ en vele vijvertjes, is dit het Giethoorn van Frankrijk. Waar de ‘bargue’ (een soort punter) nog steeds wordt gebruikt. De beste manier om dit natuurgebied te leren kennen, is via het traject van de de GR128 tussen Wissant en Cassel.
De baai van de Somme, in de vroegere regio Picardie, zou één van de mooiste baaien ter wereld zijn. In ieder geval wéér een reden om ook een het noordwesten van Frankrijk te ontdekken. Een ecologisch en ornithologisch paradijs van 70 km2, waar de Somme in het Kanaal uitkomt. De delta van de rivier is een belangrijk vogelbroedgebied, fourageerplek en tussenstop voor trekvogels.
De baai kent grote getijdenverschillen en is met het Waddengebied te vergelijken. Bij eb vallen grote stukken droog en kun je onder begeleiding van een gids wadlooptochten maken. Die nemen ongeveer 3 uur in beslag en je zult zo goed als zeker zeehonden spotten! De GR125 gaat voor een deel langs deze delta.
Klimaat en seizoen
De weersomstandigheden wijken nauwelijks af met die van de Nederlandse en Belgische kust. De zomers kunnen dus tegenvallen, maar de kans op prima wandelweer is redelijk groot. Juli en augustus zijn de drukste maanden aan de kustplaatsen. De beste periode voor een wandeling langs de kust, via de GR20 bijvoorbeeld, zijn de maanden juni en september. Buiten de kustplaatsen is het toerisme nauwelijks ontwikkeld en heb je altijd volop ruimte.
Verblijf
De Noordzeekust is bezaaid met campings. Elke kustplaats van enige betekenis, heeft er op z’n minst een handvol. In het binnenland is het aantal kampeerplaatsen zeer beperkt en ook wild kamperen is nauwelijks mogelijk. Andere accommodatie is eveneens volop te vinden in de kuststreken, maar in (veel) mindere mate elders.
Vervoer
Met de auto ben je snel in Noordwest Frankrijk. Maar ook met de trein gaat het snel en zijn de verbindingen frequent. Je hebt goede verbindingen met Lille en vanuit die stad reis je vlot naar andere bestemmingen in de regio Nord-Pas-de-Calais-Picardi. Het is dus niet nodig om de duurdere en langere reis via Parijs te maken!
Toeristische informatie: