In Zweden schaatst men van oktober tot april op natuurijs. Anders dan bij ons: rechtop, met rugzak én veiligheidsuitrusting. Steeds meer Nederlandse schaatsliefhebbers ontdekken deze Zweedse vorm van schaatsen: nordic skating. Hoe doe je dat? En wat heb je nodig?
Net als in Nederland is schaatsen in Zweden een populaire sport. Maar dan wel buiten in de vrije natuur en liefst iedere keer in een ander gebied. In een land waar overal meren zijn die op verschillende tijdstippen dichtvriezen, is de keuze groot. Het begint al in oktober als de eerste bergmeertjes dichtvriezen. Schaatsers uit Stockholm stappen in de bus en gaan clubsgewijs naar het ijs. Allemaal voorzien van Zweedse kluunschaatsen, een rugzak én veiligheidsuitrusting. Want het ijs is niet gekeurd door een schaatsbond of ijsclub, zoals bij ons. Dat is werk voor getrainde schaatsgidsen met kennis van het ijs en de omgeving. Zij verkennen en beoordelen het ijs en zoeken zo de veiligste route.
Dit noemen we nordic skating of långfärdskridskoåkning in het Zweeds. Letterlijk vertaald langeafstandschaatsen. Het is een totaal andere vorm van schaatsen dan wij gewend zijn. Een groot verschil is dat schaats- en natuurbeleving voorop staat en niet hoeveel kilometers je gereden hebt. Een dag op het ijs kan misschien ‘slechts’ 40 tot 50 effectieve kilometers opleveren. Nederlandse schaatsers zijn vaak meer prestatiegericht: de afstand, de medaille aan het eind. In Zweden gaat het om de totaalbeleving. En die is intens en spannend!
Het beste ijs zoeken, daar begint het mee. Gidsen hebben jarenlange ervaring, kennen de plekken en de werking van het ijs. Want in een winter waarin er maandenlang ijs ligt, veranderen de eigenschappen van de dynamische ijslaag continu. Over de verschillende soorten ijs zijn in Zweden boeken vol geschreven en de gidsen moeten die kennis bezitten om gecertificeerd het ijs op te mogen. De gidsen gaan als schaatsende rayonhoofden het ijs over, zoekend en tastend met hun stokken. Want door het tikken met de stalen punten van de ijsstokken kunnen ze de dikte van het ijs inschatten. Alle andere schaatsers in de groep hebben dezelfde volledige veiligheidsuitrusting bij zich als ze het ijs op gaan.
De beste locaties om te gaan schaatsen zijn vaak pas de dag zelf bekend. De schaatsgidsen hebben daarover contact via de telefoon of internet.
Schaatsen in Zweden is qua risico’s meer vergelijkbaar met een toerskitocht door de Alpen dan met een in Nederland uitgezette schaatstocht. Dat betekent ook dat je tijdens deze tochten op maagdelijke ijsvlaktes komt. Spiegelglad ijs soms zover als je kunt zien. Deze vorm van schaatsen is vooral rond Stockholm erg populair geworden. Deze stad ligt aan een archipel vol ijs van de Oostzee en heeft al een lange schaatstraditie met de SSSK, Stockholms Skridskoseglarklubb. In die naam zit niet alleen het woordje schaats – skridsko – opgesloten, maar ook het zeilen. Schaatsen met een klein zeil is al heel lang populair. Deze club met meer dan 10.000 leden begon al in 1901 met het organiseren van toertochten en het verspreiden van kennis over het ijs en de Zweedse manier van schaatsen.
Bij deze manier van schaatsen, waarbij je over alle soorten ijs schaatst, hoort ook een andere schaats: de Zweedse kluunschaats. In principe is het een stevig soort Friese doorloper op een plaat van aluminium om een schoen goed op te kunnen bevestigen. Aanvankelijk werd dat gedaan met riemen en later met kliksystemen om de schoen stevig boven het schaatsijzer te kunnen bevestigen. De laatste jaren is er veel veranderd. Met name door gebruik van de langlaufbinding zijn grote verbeteringen aangebracht. Kenmerkend voor deze Zweedse kluunschaatsen is dat je voeten stabieler op het doorgaans langere schaatsijzer staan, en daarmee op het ijs. Door de schoenen, die wat hoger en steviger zijn, heb je ook meer steun aan voeten en enkels. Daardoor is deze manier van schaatsen ook uitermate geschikt voor mensen die wat slappere enkels hebben of snel vermoeid raken in de voeten. Het schaatsen wordt door de verminderde belasting van de voeten een stuk aangenamer en daarmee langer vol te houden. Maar er is meer: de lange schaats glijdt dankzij zijn puntige vorm over alle soorten ijs en verschillen in hoogte zijn beter op te vangen. Waar je met een noor zou vallen, glijd je hier soepel verder.
Stijve en hoge schoenen (getoond: de Lundhags Guide BC) voor extra stabiliteit, met een langlaufbinding, waarop je ook een eind kunt lopen als dat nodig is. Ook veel gebruikt zijn langlauf skateschoenen van o.a. Salomon, die je al regelmatig op de Nederlandse ijsbanen tegenkomt. Zweedse kluunschaatsen. Langpuntige en vaak langere ijzers die zeer geschikt zijn om stabiel over hobbelig en gescheurd natuurijs te schaatsen. Getoond: Lundhags T-Skate ijzers met Rotafella NNN BC langlaufbinding. Er zijn ijzers van verschillende merken te koop.
Nog een belangrijk verschil bij nordic skating is de andere techniek van schaatsen. Het begint al met het rechtop schaatsen. Het hele bovenlichaam blijft zo stabieler boven de schaats en zo is het gemakkelijk om de gehele afzet van de schaats af te maken. Zo glijd je langer door en je belast je rug niet of nauwelijks. Het schaatsen gaat daarmee een stuk relaxter. Je hebt wel wat meer breedte nodig op het ijs, want je waaiert meer zijwaarts uit. Op smalle slootjes kan dat lastig zijn. Maar die hebben ze in Zweden nauwelijks; er is ruimte in overvloed op het ijs.
Een ander wezenlijk onderdeel van deze vorm van schaatsen zijn de stokken. Deze zijn voorzien van keiharde scherpe punten en multifunctioneel: ijs testen, houvast bieden en vaart versnellen voor wie de stokafzet goed beheerst. En dat doen veel Zweden vanwege het langlaufen. Bijkomend voordeel is dat bij slecht ijs de stokken kunnen helpen om de voeten te ontlasten. Ben je wat vermoeider in de benen, dan komen de armen te hulp.
Voor schaatsen in Zweden geldt dat veiligheid voorop staat. Je schaatst dus altijd met een uitgebreide veiligheidsuitrusting: een lichtgewicht reddingslijn, ijspriemen, de stokken en een rugzak. Deze rugzak, liefst een speciale schaatsrugzak die je ook tussen je benen vastklikt, is gevuld met droge keren afzonderlijk in plastic of ‘drybag’ verpakt. Zo is er meteen ook een luchtzak in de rugzak aanwezig waardoor je bij het te water raken blijft drijven en niet onder het ijs schiet. Ben je in een wak gereden, dan leg je de stokken op het dikkere ijs aan de rand waar je vandaan kwam en probeer je met de ijspriemen naar het dikkere ijs te komen. Tochtgenoten op het ijs werpen hun reddingslijn naar de schaatser in het wak. Duidelijk is dus dat je nooit alleen het ijs op gaat.
Je gebruikt bij Nordic skating een schaatsrugzak met extra bevestiging tussen je benen. Het voorkomt dat de rugzak omhoog schiet als je in een wak rijdt. De getoonde ijsstokken, voorzien van keiharde scherpe punten heb je nodig om ijs te testen, houvast te bieden en vaart te versnellen.
In Zweden hebben ze het geluk dat er maandenlang ijs ligt. Fanatieke schaatsers staan in een goede Zweedse winter een half jaar op natuurijs. Op de bergmeertjes ligt vaak half oktober al het eerste ijs en op de grote meren ligt het ijs tot in april. Als onze kunstijsbanen sluiten, zwieren de Zweedse schaatsers er nog vrolijk op los. Zelfs als het al een tijdje dooit of even een dipje in de winter is, schaatsen ze gewoon door. Dat heeft te maken met de dikke ijslaag die in de loop van de winter ontstaan is, de kennis die ze hebben van het ijs en de uitgebreide veiligheidsmaatregelen.
Al jarenlang worden er reizen naar het Zweedse ijs georganiseerd, het zogenaamde ‘Zweeds schaatsavontuur’. Het meest bezochte gebied zijn de meren rond Stockholm en de archipel in de Oostzee. Inmiddels hebben zo al veel Nederlanders zowel nordic skating als de Zweedse kluunschaats ontdekt. Vooral het betere comfort van de schoenen, het gemak bij het ‘klunen’ en de relaxtere manier van schaatsen zijn overwegingen om deze schaatsen ook voor schaatstochten in Nederland aan te schaffen. De laatste jaren is het aantal merken dat deze schaatsen aanbiedt sterk gegroeid. Ook de gevestigde merken die eerst alleen noren produceerden, hebben de overstap durven maken naar deze kluunschaats. Wie de ijzers wil aanschaffen: voor gebruik op de kunstijsbaan gaat vanwege de scherpe bochten (pootje over) de voorkeur uit naar de kortere ijzers. Sommige schaatsers kopen de kluunschaatsen met lange ijzers alleen voor het langere werk op natuurijs en rijden op de baan met noren.
Nederlanders doen er goed aan om de Zweden te volgen in hun veiligheidsuitrusting. Wie in Nederland een schaatstocht rijdt die goedgekeurd is door de KNSB hoeft natuurlijk niet met de uitgebreide veiligheidsuitrusting op stap te gaan. Maar een paar ijspriemen en een lichtgewicht reddinglijn kunnen ook in Nederland gebruikt worden.
Ga veilig het ijs op, zoals de Zweden. Wil je het deze winter proberen?
Dat kan! Je bent welkom op het Zweedse ijs.