Elf mooie georganiseerde wandelvakanties

Komt het je bekend voor? Je telt de dagen af op de kalender. Nog een paar weken en je wandelt met je telefoon diep onderin je backpack over de bergweides tussen de bloeiende alpenroosjes. Maar je moet nog zoveel regelen: routes markeren op plattegronden, optellen met hoogteverschillen, berghutten in vreemde talen bellen, de gouden gids doorbladeren voor lokaal transport, extracurriculaire activiteiten. Je zou er stress van krijgen...  

Voor wie geen zin of tijd in zijn agenda heeft om een wandelvakantie van A tot Z te organiseren, is een wandelvakantie waarvan het programma tot de kleinste details is ingekleurd, een slimme keuze. Je geeft het werk uit handen aan experts die het gebied als hun broekzak kennen en de mooiste wandelroutes, uitzichtpunten, restaurants en overnachtingsplekken voor je hebben uitgezocht. 

In andere woorden: geen gedoe met route-apps die niet werken, geen gezeul met zware tassen, uitzoeken hoe je aan de andere kant van de rivier komt (met de vriendelijke veermeneer) of uitzoeken welk dorp geschikt is voor een nazomermiddagborrel. Bij een georganiseerde wandelvakantie ga je zorgeloos op pad, zónder een hoogtepunt te hoeven missen. En mocht je onderweg toch een hulplijn nodig hebben? Er is altijd iemand die voor je klaarstaat. Zo, nu kun jij je focussen op wat er écht toe doet: wandelen. Nog 31 dagen! 

We hebben de mooiste georganiseerde wandelvakanties voor je op een rij gezet. Het zijn vooral individuele reizen, maar voor wie liever met een gids op pad gaat, staan er ook twee groepsreizen tussen. 

Elf mooie georganiseerde wandelvakanties, in willekeurige volgorde:

1) Toscane & Umbrië (Italië)

Groepsreis

La dolce vita in het meervoud. Een twaalfdaagse wandelreis die je niet één dromerige regio in het hart van Italië laat ontdekken, maar twee: La bella Toscane en het ongerepte Umbrië. Je voelt de ‘bui’ al hangen: dit worden gelukszalige dagen gevuld met wandelingen over glooiende heuvels met landhuizen omringd door piekerige cipressen en bezoekjes aan brokkelige middeleeuwse dorpjes. De Italiaanse droom begint in Toscane, in de schilderachtige Val d’Orcia. In deze UNESCO-vallei wandel je over witte gravelwegen, waar mannetjes met een kistje Brunello tussen de benen stofwolken met hun Vespa opwerpen. In de historische dorpen Pienza en Montalcino wandel je de geur van versgebakken focaccia en gerijpte pecorino achterna en als er nog wat tijd over is kun je misschien ook nog even doezelen in de thermale baden van Bagno Vignoni, net zoals de Romeinen deden. Je vervolgt je weg door Umbrië, het groene hart van Italië, naar de stille Valnerina en het rustieke eilandje Isola Maggiore in het Trasimeno-meer, waar de huizen liggen verscholen in een dikke gordel groen. In de middeleeuwse dorpjes Spoleto, Assisi en Norcia wordt er naast gestruind vooral veel geproefd: spirituele energie, honderden jaren geschiedenis, een bord dampende strangozzi met truffel en een glas Sagrantino. Onze tip: probeer na thuiskomst de weegschaal een tijdje te vermijden. 

Meer info over deze groepsreis vind je hier. 

2) Sierras de Alicante (Spanje)

De Costa Blanca heeft een reputatie hoog te houden als de ideale zon-, zee- en strandbestemming, maar voor puur avontuur moet je toch echt in het bergachtige achterland zijn. Wat denk je bijvoorbeeld van een week lang wandelen over oude handelsroutes en postbodepaden door de kalkmassieven van de Sierras de Alicante? Met een beetje geluk ben je in het juiste seizoen en staan de amandel- en sinaasappelbomen op de eindeloze vlaktes in bloei, een geurexplosie die je in extase brengt. Je wandelt over stenige paden en oude veeroutes en klimt soms naar een pas op 1.050 meter hoogte waar je uitkijkt over witgekalkte dorpjes zoals Benifato en Guadalest en de Middellandse Zee. In de kloof van de Riu Negre loop je verder onder markante rotsformaties en kun je een omweg maken naar de indrukwekkende rotsbogen van Els Arcs. De Moorse burcht El Castellet met zijn dikke muren heeft al duizenden wandelaars schaduw geboden en biedt een panoramisch uitzicht over het omliggende landschap. Een laatste hoogtepunt is de beroemde ‘Kathedraal van de Wandelingen’, een slingerend pad dat je diep de Kloof van de Hel in voert, langs grotten en een waterval. De nachten in dit wilde achterland breng je door in gastvrije pensions en gezellige hotels. 

3) Cevennen & Navacelles (Frankrijk)

Goed verstopt tussen de ruige Causses (Causse du Larzac en Causse de Blandas) en de spectaculaire Gorges de la Vis ligt een stukje Frankrijk waar de tijd geen vat op lijkt te hebben. Beeld je een zinderend landschap in waar vale gieren hoog boven kalkstenen plateaus cirkelen en helderblauw water onder je voeten uit ondergrondse rivieren omhoog pruttelt. Je zou er maar gaan wandelen, zeven dagen in totaal. In het slaperige dorpje La Vacquerie-St-Martin sta je oog in oog met mysterieuze menhirs en dolmens uit de prehistorie en ontmoet je de leveranciers van jouw favoriete kaasje: de schaapskuddes die de melk voor Roquefort leveren. Aan unieke landschappen en bezienswaardigheden tijdens deze week geen gebrek: de lavognes – natuurlijke drinkplaatsen - rondom het ruïnegehucht La Vernède, een kasteel en Tempeliersgraven bij het vestingstadje La Couvertoirade en in Vissec volg je een botanisch pad naar een oude watermolen, waar de rivier de Vis op miraculeuze wijze – simsalabim - uit de begroeide rotswand stroomt. Voor het mooiste uitzicht moet je tot het einde wachten: vanaf de rand van een plateau kijk je uit op de waanzinnige Cirque de Navacelles, een diepe meanderbocht die in de loop der eeuwen door de rivier in het aardoppervlak is uitgesleten. 

4) Het Pindosgebergte (Griekenland)

In het wilde Pindosgebergte slingert de Vikoskloof als een diep litteken door het landschap. Overal om je heen kruipen kalkstenen wanden honderden meters de hoogte in, terwijl helemaal beneden in de diepte de glasheldere Voidomatis-rivier zich ongestoord een weg baant door het groen. De Vikoskloof is een van de diepste kloven ter wereld, maar in tegenstelling tot zijn Amerikaanse tegenhanger, de Grand Canyon, een stuk minder bekend. Bij de doodse stilte moet je dan ook maar niet te lang stilstaan. Alleen het geritsel van je eigen wandelschoenen en het suizen van de wind begeleiden je hier, verder is er in de weide omgeving niets. Verwacht tijdens deze zevendaagse wandelvakantie een mythische tocht die begint in Kipi, waar oude stenen boogbruggen sierlijk over de rivier hobbelen en waarbij je de kalderimia, muilezelpaden, gebruikt die de bergbewoners al eeuwenlang bewandelen om in het volgende dorp te komen. Stressvrije bergplaatsjes als Vitsa en Monodendri, waar je in de schaduw van lijvige platanen een koffietje bestelt en op adem komt. De afdaling naar de Vikoskloof is trouwens een belevenis op zich. Smalle, verdraaid steile paadjes kronkelen tussen wilde kruidenstruiken en steile wanden naar beneden, en naarmate de kloof dichterbij komt, zie je de eerste bron van de Voidomatis opwellen, zo helder dat je de kiezels op de bodem met het blote oog kunt tellen. Wie na de trektocht nog energie overheeft om met de natuur in gevecht te gaan, kan zich laten meevoeren op de stroming tijdens een raftingtocht. 

5) Dreiländer Tour (Oostenrijk)

Groepsreis

Alpengeiten die het lekker vinden om over onvast terrein te klauteren opgelet: Deze uitdagende huttentocht van zes dagen neemt je mee door het ruigste deel van de Zillertaler Alpen, waar je het grensgebied van drie ‘landen’ ontdekt: Tirol, Salzburgerland en Süd-Tirol. Onder leiding van een ervaren Nederlandse gids wandel je zo’n 6-7 uur per dag over smalle paden door rotsachtig terrein en kom je op uitzichtpunten waar de wereld aan je voeten ligt – houd rekening met 700m tot 1.100 meter stijgen en dalen per dag. Vanuit het Krimmler Achental klim je naar de Warnsdorferhütte, met uitzicht op de indrukwekkende gletsjers van het Hohe Tauern natuurpark, en voor de echte enthousiastelingen is er de mogelijkheid om de Gamsspitzl te beklimmen, 2.800 meter hoog. Andere pronkstukken zijn de oversteek van de Birnlücke (2.669 m), die een spectaculair doorkijkje biedt naar Italië, en de zonsopgang vanaf de Roßkopf. De lange, donkere nachten breng je door met andere wandelaars in gezellige berghutten, hoog in de bergen boven de tweeduizend meter. Bergoasis waar je je wollen shirtje bij aankomst in de namiddagzon laat drogen, een stevige maaltijd nuttigt op het terras of in de stube. De hutten zijn eenvoudig, met slaapzalen en gedeelde douches, maar bieden de bergwandelaar precies wat je nodig hebt na een dag in het hooggebergte: voldoende rust om op krachten te komen voor de volgende etappe.

6) Schwäbische Alp (Duitsland)

Op de glooiende hoogvlaktes van de Schwäbische Alb steken rotsformaties grillig omhoog en kleuren oude boomgaarden het landschap. De paden in dit UNESCO-biosfeergebied in Zuid-Duitsland leiden je langs stille dorpen en kronkelende bospaadjes omhoog naar de Beurener Fels. Op deze plek, hoog boven de wijngaarden, opent het landschap zich als een plaatjesboek en kijk je uit op de imposante kasteelruïne van Hohenneuffen. Vanaf de eeuwenoude vestingmuren - een mooie plek om je lunch te eten - kijk je uit tot over het Zwarte Woud. Spannend is ook de Falkensteiner Höhle, een donker mysterieus grottenstelsel waar ondergrondse rivieren hun weg zoeken door het kalksteen. De laatste klim voert naar de Calverbühl, waar nog ander natuurverschijnsel wacht: een slapende vulkaankegel die als een statement in het landschap staat. Dit landschap aan je voeten, gevormd door vuur en tijd, is een van de laatste stops tijdens deze zesdaagse wandelvakantie. Maar niet voordat je in Bad Urach, met zijn vakwerkhuizen en knusse pleinen, geniet van de menselijke invloed op de regio. Na een lange dag in de bergen laat je je lichaam – zalig en dik verdiend - in het warme mineraalwater van de Albthermen zakken. 

7) National Park Snowdonia (Wales)

In het noorden van Wales rijzen woeste bergen op uit mistige valleien, en worden griezelige kastelen weerspiegeld in ijskoude bergmeren. Whiskylandschappen! Je begint de achtdaagse wandeltocht door Snowdonia National Park in Conwy, een knap plaatsje aan de kust waar het oude stenen kasteel van Edward maar moeilijk over het hoofd te zien is. De eerste etappes voeren door glooiende heuvels, langs prehistorische steencirkels en uitzicht op Conwy Bay, maar al snel wordt het landschap grilliger. Over stenige paden en langs kristalheldere meren klim je hoger, tot aan de pas van Glyder Fach, waar de wind vrij spel krijgt. Hier, tussen grillige rotsformaties, waar het soms lijkt of versteende dinosaurussen in het aardoppervlak begraven liggen, voel je de ongetemde kracht van het Welse berglandschap. De ultieme uitdaging wacht verderop: de beklimming van Mt. Snowdon, met 1.085 meter de hoogste piek van Wales en als je de bergen in Schotland niet meetelt, de hoogste van het Verenigd Koninkrijk. Op heldere dagen reikt het uitzicht tot aan de Ierse Zee, terwijl de mist je als een geest op de hielen zit. Na elke lange dag kom je tot rust in een gastvrije B&B of knus hotel, met een stevig Welsh ontbijt als voorbereiding op de volgende etappe. De tocht eindigt bij het imposante kasteel van Caernarfon, waar de ruige bergen weer plaatsmaken voor de uitgestrekte kust.

8) Hardangervidda en Sognefjord (Noorwegen)

Hoog boven de boomgrens, omringd door besneeuwde toppen en hartverzakkend koude meren, begint een tocht die je dwars door de wilde kant van Noorwegen voert. Finse, met 1.222 meter het hoogste spoorwegstation van het land, ligt ingeklemd tussen ruige bergkammen en de spectaculaire gletsjer Hardangerjökulen. Hier vang je al een glimp op van de gletsjertongen voordat je de eerste stappen zet over de eindeloze hoogvlaktes van de Hallingskarvet. Dit berglandschap is groots en ongenaakbaar. Over een rotsig pad volg je de route door een wereld waarin de natuur de hoofdrol speelt, langs eeuwige sneeuwveldjes en meren, totdat de Geiterygghytta in je blikveld verschijnt. Deze knusse hut met open haard en bibliotheekje ontvangt al meer dan een eeuw lang wandelaars die zich vrijwillig overgeven aan dit mythologische berglandschap. De dagen erna zie je de omgeving langzaam veranderen: de kale rotsen van de Hardangervidda maken plaats voor nauwe rivierkloven, klaterende beekjes en steile bergwanden die je af en toe met een staalkabel moet bedwingen. In het Aurlandsdal wordt de natuur met elke stap zachter, groener, sprookjesachtiger. Mos hangt als sluiers over de rotsen en beekjes slingeren tussen varens richting de fjorden. Het zevendaagse avontuur eindigt in Flåm, een dorp aan de diepblauwe Aurlandsfjord. Je kunt ervoor kiezen om een spannende cruise door de ijsblauwe fjorden te maken, een wandeling te maken naar watervallen of met de boot door de fjorden naar Bergen te varen. Wie slim is pakt de Flåmsbana naar Myrdal. De mooiste treinroute van Noorwegen brengt je in 40 minuten naar Myrdal, dat 866 meter hoger ligt, door én over steile bergwanden. 

9) Vale do Guadiana (Portugal)

De rivier de Guadiana slingert breedgeschouderd door het groene, glooiende landschap van de Alentejo in zuidelijke richting naar de Algarve. Je trouwe metgezel, want de komende dagen volg je de stroom van de rivier door de meest ongerepte gebieden van Portugal. Je maakt gebruik van het goed gemarkeerde GR15-pad en komt onderweg langs oude mijnschachten, stille dorpen waar een espresso een paar kwartjes kost en verborgen zwemplekken, waar je als niemand toekijkt ook snel een duik kunt nemen zonder zwembroek. Met dagetappes van ongeveer 13 tot 15 kilometer heb je voldoende tijd om van het Portugese leven te genieten. De onberispelijk witte stadjes Mértola en Alcoutim nodigen uit tot een sessie slenteren: kronkelende straatjes, een kasteel met uitzicht en een terras aan de rivier waar een glas gekoelde – lokale – witte wijn zo besteld is. Fascinerend is ook het gehavende landschap van São Domingos, ooit een winstgevende kopermijn waar honderden mijnwerkers woonden, nu een verlaten plek met roestige machines, ruïnes en een donkergekleurd meer waarin we zwemmen dan weer afraden. Niet veel later wandel je op en neer door een golvend mozaïek van schapenweiden, kurkeiken en geurige kruidenvelden. De enige geluiden zijn het ruisen van de wind en het gezang van vogels – of Iberische lynx - in de struiken. 

10) Toubkal (Marokko)

Van de levendige medina van Marrakech is bekend dat het een aanslag is op je zintuigen. Drukke soeks, slangendrijvers, apentrainers, ongediplomeerde tandartsen, vriendelijke bewoners die je aan je mouw meetrekken naar het kruidenwinkeltje van een neef – en daarna een vergoeding eisen. Tegen de tijd dat de oproep voor het gebed vijf keer heeft geklonken, schreeuwt je lichaam om verlichting. Oplossing: met een ervaren Berber-team en een karavaan van pakezels wandelen door het ruige Atlasgebergte, in het leefgebied van de legendarische Chleuh-Berbers. De paden slingeren langs steile rotswanden omhoog en langs lemen dorpjes waar vrouwen in felgekleurde gewaden op de terrassen werken. Een magische belevenis: je deelt de bergpassen met lokale herders die hun geiten over de smalle bergkammen leiden en je overnacht in eenvoudige dorpshuizen en gasthuizen, waar de muntthee vers wordt gedronken. Ook breng je op 3.200 meter hoogte de nacht door in een berghut, onder een hemel die is bezaaid met fonkelende sterren. Tijdens deze achtdaagse wandelreis kan ook de hoogste top van Marokko, en van Noord-Afrika, beklommen worden. De Toubkal, met 4.167 meter zeker geen kleine jongen, is uitdagend, maar niet onmogelijk voor een stel opgewarmde benen. De beloning voor de pittige beklimming is, als het wolkendek het toestaat, een nederig makend panorama op de uitgestrekte wereld van het Atlasgebergte, en zelfs de Sahara. 

11) Santo Antão en São Vincente (Kaapverdië)

On-ge-lo-fe-lijk mooi. Zo omschrijven de wandelaars die je zijn voorgegaan het eiland Santo Antão. Het eiland langs de West-Afrikaanse kust is een van de mooiste plekken om te wandelen in Kaapverdië en geeft je bij vlagen het gevoel beland te zijn op de set van een nieuwe Indiana Jones-film. Het vruchtbare eiland in de 500 kilometer lange Kaapverdische archipel bestaat uit bijzondere decorstukken: kartelige rotsformaties, steile terrassen en exotische en uitbundige vegetatie, sommige herken je vast en zeker van de Intratuin. Avontuurlijke, smalle paadjes nemen je mee door fruitplantages en over groene bergkammen waar je dikwijls met je wandelschoenen in de mist verdwijnt. Deze georganiseerde achtdaagse wandelvakantie begint op een ander eiland, op São Vicente, in de levendige kustplaats Mindelo met haar kleurrijke cafés en marktplaatsen. Huizen vind je er in alle krijtkleuren en een bezoek aan de stad is een mooi moment om meer te leren over de levendige cultuur van Kaapverdië. Met een veerboot steek je over naar Santo Antão, waar het landschap drastisch verandert. Je volgt oude paden die al generaties lang dorpen met elkaar verbinden, langs terrasvelden vol suikerriet, bananenbomen en papajaplanten. Verwacht geen alpenlandschappen. In de schaduw van een drakenbloedboom pauzeer je met uitzicht op de oceaan, die als een blauwe eindeloze horizon aan je voeten ligt. Een van de hoogtepunten is de kustwandeling van Cruzinha naar Ponta do Sol. Een smal pad is als een lint in de kliffen uitgesneden en biedt spectaculaire uitzichten over het glinsterende wateroppervlak en het ruige landschap om je heen. Terug aan de kust zorgt de Kaapverdische keuken – heerlijk versgebakken brood en gegrilde vis – er weer voor dat alle verbrande calorieën weer worden aangevuld.