Toscane is zonder enige twijfel één van de meest gefotografeerde en bezochte regio’s van Italië. Cultuurliefhebbers likken hun vingers af bij alle pracht en praal in Siena, Pisa en Florence. Lekkerbekken raken niet uitgepraat over de fantastische wijnen, zalige pasta’s en rijke vleesgerechten. Maar kun je er eigenlijk ook een beetje fietsen? We hebben de tien meest gestelde vragen (met de antwoorden) over fietsen in Toscane op een rij gezet.
Zeker! Toscane heeft alle landschappen. Zowel vlaktes, als heuvels en bergen. En een lange kuststrook langs de Middellandse Zee van zo’n 400 km lengte, maar deze is voor fietsers maar beperkt interessant.
Het meest kenmerkend van het Toscaanse landschap zijn natuurlijk de heuvels. Zonder die heuvels, zoals in Le Crete Senesi en de Chiantigiana heb je Toscane niet gezien. Daar kan je met de fiets prima doorheen, mits je je van tevoren goed voorbereid. Andere wegen leiden vaak onherroepelijk over steile hellingen of wegen met meer verkeer.
Fietsers die de bergen willen opzoeken, vinden in Toscane de Appenijnen, de Alpe Apuane en in het zuiden de uitgedoofde vulkaan Monte Amiata. De westelijke en oostelijke flank van deze zeer herkenbare berg, een baken in het landschap, vormt een serieuze uitdaging voor klimliefhebbers. Ten oosten van Florence liggen ook nog bergen, maar op fietsgebied is dat niet heel erg de moeite waard.
Buiten het geweldige landschap heeft Toscane natuurlijk meer pluspunten die fietsers aanspreken: het fantastische eten, de heerlijke wijnen en de met druiven overhangen terrassen op Middeleeuwse dorpspleinen.
Prettig voor fietsers zijn de vrij liggende fietspaden tussen de steden Lucca en Pisa en de rustige wegen in het dal van de Arno. Makkelijk is ook het dal van de Chiana van Arezzo naar Chiusi en nog 30 km verder door naar Fabbiano. In de heuvels van Toscane gaat het meer op en neer met een klein stukje makkelijk fietspad tussen Poggibonsi en Staggia, op weg naar Siena.
Langs de kust loopt er een vlakke en makkelijk route van ongeveer 40 km tussen Marina di Carrara en Viareggio. Doorfietsen kan tot aan Livorno; de rest van de Toscaanse kuststrook is voor fietsers niet interessant. Te heet in de zomer en weinig infrastructuur voor wie met de fiets komt.
Jazeker, zoals gezegd dus tussen Lucca en Pisa, door het dal van de Arno; op sommige stukken(niet helemaal), door de Val di Chiana en her en der nog kleine stukjes. Maar de kwaliteit van de fietspaden is erg wisselend, van los grind naar strak asfalt.
Automobilisten zijn over het algemeen vriendelijk voor fietsers, hoewel in en om de grote steden de lontjes een stuk korter zijn. Dat geldt overigens voor heel Italië.
Er lopen zowel Euroveloroutes door Toscane als de bekende Via Francigena, tegenwoordig overigens ook een Eurovelo-route (nummer 5). De kwaliteit van die laatste route voldoet vaak niet aan de standaard voor Nederlandse fietsers met bagage. Sommige delen onverharde paden lijken meer geschikt voor mountainbikers zonder bagage. Die moeilijk begaanbare stukken kun je als fietser dan ook beter vermijden.
Ook op een andere route, de Eurovelo 7, vind je wat moeilijke onverharde stukken (maar minder dan de Via Francigena), maar vooral meer drukke wegen. Beide Eurovelo-routes kennen overigens af en toe een fors stijgingspercentage. Eigenlijk zou men gewoon lange fietspaden moeten aanleggen, maar zover is het nog niet gekomen.
Een andere, wat bekendere, gemarkeerde route is de 201 km lange Sentiero de Ducati. Deze is echter ongeschikt voor ‘gewone’ fietsen, wel voor mountainbikes en gravelbikes en wordt in zes etappes afgelegd. Nog een tip voor mounatinbikers: de 120 km lange Via degli Dei tussen Bologna en Florence. Officieel een wandelroute, maar ook geschikt voor fietsers met dikke banden.
Vanaf april tot ver in oktober kan je prima fietsen in Toscane. Vermijd echter de maanden juli en augustus. Dan is het te heet en bij hoge temperaturen zelfs levensgevaarlijk; in sommige delen van Toscane kan het in die maanden tegen de 40 graden worden. De kuststreek is dan geschikter, want wat koeler en wind van zee.
Een echt ‘regenseizoen’ kent Toscane niet. Wel is het zo dat vanaf november meer regen valt te verwachten, maar net als in Nederland is het klimaat in Toscane onvoorspelbaar. April is de laatste jaren ook een maand met een grotere regenkans. Hou als fietser in de zomer rekening met onweer, vooral warmteonweer na een paar hele hete dagen.
Florence kun je beter op een aparte reis zonder fiets bezoeken. In de stille maanden van november tot en met maart prima, maar anders te druk. Wel goed te doen en leuk te bezoeken zijn Siena, San Gimignano (van de Middeleeuwse, vierkante torens die lijken op kleine wolkenkrabbers), Lucca, Pistoia, Pisa (maar dan de omgeving van de ‘scheve’ toren ‘s ochtends vroeg), Volterra en Chiusi. Ook kleine stadjes als Pienza, MontepulcianoSan , Quirico, Suvereto of Massa Marittima zijn leuk.
Binnensteden in Italië zijn vaak autovrij en bij uitstek geschikt om doorheen te fietsen. Alleen echte drukke winkelstraten zijn af en toe lastig, maar dan kun je wel door de zijstraatjes. In een universiteitsstad als Pisa tref je aardig wat fietsvoorzieningen zoals fietspaden en fietsstroken. Net als in Lucca dat door sommige fietsers wordt getipt als ‘favoriete’ fietsstad. Ook in Florence heb je fietspaden en fietsstroken, maar in iets mindere mate.
Er is ruim voldoende accommodatie aan hotels en B&B’s en ook campings zijn er op redelijke afstanden te vinden. Toscane is zeer in trek bij toeristen en daar horen ook hoge prijzen bij.
Bijzondere overnachtingsplekken in Toscane vormen het zogenaamde Agriturismo; overnachten bij een wijnmakerij, graan- of een olijfboer, vaak op prachtige locaties en van eenvoudig tot zeer luxe.
In Toscane vind je ook veel Nederlanders en Belgen met kleinschalige accommodatie.
Het liefst een trekkingbike, ook wel een randonneur genoemd. Een racefiets kan eventueel ook maar dan moet je alle onverharde fietspaadjes vermijden. Bovendien kun je dan minder bagage meenemen en voor een langere, meerdaagse trektocht is de racefiets dan eigenlijk ongeschikt.
Italië kent niet de dichtheid van fietsenmakers zoals we die in Nederland gewend zijn, maar ieder stadje heeft wel een of twee fietsenmakers. Daarmee doet Italië het beter dan bijvoorbeeld Spanje.
Het is een van de mooiere dalen, zeker. Het biedt prachtige uitzichten en mooie stadjes, kerken en oude baden. Maar Toscane bestaat uit heuvels en dalen. De heuvels zijn minstens zo mooi.
Met de Val d’Orcia (Unesco-werelderfgoed) wordt een gebied aangeduid waar het riviertje de Orcia ook doorheen stroomt. Door het vlakke deel loopt de Via Cassia die ook wegens het zware vrachtverkeer absoluut vermeden moet worden. Als fietser ben je daarom soms gedwongen om de steilere hellingen links en rechts daarvan te beklimmen. De kunst is om hier met een combinatie van verharde en onverharde wegen een mooie fietsroute doorheen te laten lopen.
Over Toscane zijn massa’s algemene reisgidsen verschenen. Veel te veel om op te noemen. Om er toch één uit te halen: kenners roemen de Capitool reisgids die opvalt door de prachtige illustraties en heldere vormgeving en uitleg.
Kaarten van Toscane hebben voor fietsers te weinig detail (Touring Club Italiano/TCI en Michelin) of juist teveel (Kompass). De gids Onbegrensd fietsen naar Rome deel 3 van Paul Benjaminse bevat eigen, prachtig vormgegeven fietskaarten op een schaal van 1 : 150 000. In de gids vind je ook veel praktische informatie en overnachtingsadressen. Ook de ADFC-fietskaarten hebben een ‘werkbare’ schaal van 1:150.000.
Populair bij fietsers is ook het Duitstalige Bikeline Radtourenbuch Toskana van uitg. Esterbauer met 1600 km aan fietsroutes. Kaarten hebben schaal van 1: 75.000. Overigens vind je in deze gids ook een route op Elba, want dit eiland behoort óók tot de regio Toscane!
Kijk voor meer informatie op de website van reisboekhandel De Zwerver in Groningen.