Zuid-Tirol is de noordelijkste provincie van Italië, via de Brennerpas verbonden met het Oostenrijkse deel van Tirol. Een gebied bekend van ruige Dolomietenpieken als de Drei Zinnen afgewisseld met lieflijke, groene alpenweiden (almen) en mooie turquoise meren als Lago di Braies. Wij liepen twee wandeltochten: in Gitschberg Jochtal en Meran 2000. En twee keer werden we verrast door de schoonheid en de mooie hikes die je er kunt maken. Soms steil, soms bijna vlak, maar altijd met een fantastisch landschap om ons heen!
De kabelbaan voert ons dwars door de wolken naar het bergstation van de Gitschberg. Om 8.45 uur staan we op 2100 meter hoogte. Klaar voor een tocht van ruim 15 kilometer. Ons doel: de Seefeldsee en dan de afdaling aan de andere kant van het dal terug naar het dalstation. We pakken route 21. Het pad geeft ons de gelegenheid de spieren even rustig wakker te laten worden en voert ons zonder al te veel hoogtemeters langs een berghelling. In het goede gezelschap van een enkele dennenboom met sterke genen die lak heeft aan de boomgrens. Het lage struikgewas langs het pad verraadt het seizoen. Het is op sommige plekken al in roestige herfstkleuren getooid.
De Zassler Alm staat aan de voet van een steiler stuk waar we onder een sleeplift door omhoog lopen en gelijk met de wolken het dal uit klimmen. Een paar koeien kijken ons nieuwsgierig aan. Eenmaal over de top ontvouwt zich een spectaculair uitzicht. Een ruig en puntig berglandschap met steenslaghellingen en ver onder ons in het dal een paar kleine hutjes waar we over een paar uur langs zullen lopen. Route 21 gaat over in route 6. Een klein stukje karrenspoor, gevolg door een geitenpad dat ons langs een steile berghelling leidt. Het pad wordt smaller, de berghelling steiler en Alpenverein Südtirol waarschuwt ons met een bord dat het een ‘Sentiero solo per esperti!’ (pad alleen voor experts) is.
Gelukkig valt dat mee. Op sommige stukken is het een beetje klauteren en hoogtevrees moet je niet hebben. Als je van het uitzicht wilt genieten, is het wel raadzaam om even stil te staan. Op het moment dat we dat doen kijk ik Edwin aan. ‘Deze komt wel in mijn top 3!’, zegt hij, ‘Wat is het ongelooflijk mooi hier!’.
Een kilometer verder wordt het nog mooier als we achter een bergkam het eerste stukje Seefeldsee zien verschijnen. We vervolgen het pad en stijgen naar 2400 meter met continue uitzicht op het dal zo’n onder ons, doorsneden door het karrenspoor dat ons straks terug zal brengen naar het dalstation.
Maar eerst naar beneden naar het spiegelgladde bergmeer, dat mooi beschut ligt in een kom. We lopen er omheen en beginnen aan de steile afdaling het dal in. Zigzaggend dalen we 550 meter in drie kilometer. Met knikkende knietjes van de inspanning komen we beneden, waar we verwelkomd worden door heerlijke etensgeuren.
Het fijne van dit deel van Italië is dat er overal mooie berghutten staan waar je heerlijk kunt eten. Ons pad loopt ongeveer over het terras van de Wieserhütte op 1850 meter hoogte. Zoveel verleiding is te veel voor ons en dankbaar nemen we plaats op het terras. Ze serveren voornamelijk maaltijden die mij sterk doen denken aan een Oostenrijkse wintersport. Edwin kent ze allemaal en bestelt Gröstl, oftewel aardappelen met spek. Ik kies voor een bord heerlijke Kaiserschmarrn.
Met nieuwe energie lopen we de resterende zeven kilometer over het brede, witte grindpad terug naar het dalstation. Onderweg naar de parkeerplaats in Meransen komen we één bok en veel Italiaanse families tegen die rustig keuvelend op weg zijn naar een heerlijke maaltijd.
Twee dagen later zien we nog meer families in het gebied Meran 2000, bij Merano. Ook hier kun je met een gondel omhoog naar, gezien de naam niet verrassend, 2000 meter hoogte. Bovengekomen is er voor iedere bezoeker wat te doen; je kunt kiezen voor een familievriendelijke, zo goed als vlakke, wandelroute, een steilere en sportievere variant of via ferrata. En als jij of je kids geen zin hebben om te wandelen dan zijn een paar ritjes in de spectaculaire, supersnelle Alpin-Bob erg verleidelijk. Of neem gewoon plaats in de zon op het terras, terwijl de kids zich vermaken in het Outdoor Kids Camp. Genoeg te doen dus. Alles in hetzelfde wonderbaarlijk mooie landschap.
Onze families zitten thuis, dus geen excuses. We kiezen we voor een relatief korte, maar daardoor steile klim langs de bergkam richting Kuhleitenhütte op 2360 meter hoogte. Het is een stralende zonnige dag met wat nevel in de dalen onder ons, waar we ook Merano zien liggen. Na een lekkere espresso lopen we aan de andere kant van de berg weer naar beneden langs een indrukwekkend rotsmassief, waar een kudde berggeiten zich helemaal thuis voelt en waar zelfs plek is voor een klein kerkje midden op de berghelling.
We lunchen op het terras van de gezellige Waidmann Alm (2040 meter) met Brettljausen en Gröstl en kijken terug op een tweetal heerlijke hikes in het mooie Zuid-Tirol. De zonnige kant van de Alpen, waar we diep in september nog in korte broek en shirt op 2.000 meter hoogte konden wandelen. Waar we werden verrast door het ruige landschap met grillige pieken en diepe dalen. En waar het beste van Italië samenkomt met het beste van Oostenrijk. Qua weer, qua eten, qua faciliteiten, qua landschap. Een gebied om nog eens terug te komen, zeker ook met de rest van het gezin!
Zuid-Tirol is de noordelijkste provincie van Italië, via de Brennerpas verbonden met het Oostenrijkse deel van Tirol. Een gebied bekend van ruige Dolomietenpieken als de Drei Zinnen afgewisseld met lieflijke, groene alpenweiden (almen) en mooie turquoise meren als Lago di Braies.
Er zijn meer dan 16.000 kilometer gemarkeerde, natuurlijke wandelpaden in Zuid-Tirol. Je kunt kiezen uit onder meer themaroutes, meerdaagse tochten en hoog-alpiene bergpaden. Door Zuid-Tirol lopen bovendien de Europese langeafstandsroute E5, de Jakobsweg en de Europahöhenweg 2.
Gitschberg-Jochtal: De Seefeldsee route heeft een lengte van 15,5 kilometer en start bovenaan de Gitschberg kabelbaan in Meransen. Je loopt hem in een uur of 5 en eindigt bij het dalstation. Je hebt dan 373 meter gestegen (hoogste punt 2397 meter) en 1103 meter gedaald (laagste punt 1387 meter). Door het smalle pad langs een steile berghelling iets minder geschikt voor kleine kinderen.
Meran 2000: De route bij Meran 2000 hebben we zelf uitgestippeld en was zo’n 9 kilometer lang. Meran 2000 is een zeer kindvriendelijk en overzichtelijk gebied.