De Edelherttrail is een lange afstands wandelroute van Harderwijk naar het Duitse Monschau met een totale lengte van 370 km. Bij deze route is geprobeerd zoveel mogelijk te kijken door de ogen van het edelhert. Waar het kan, voert de wandelroute over smalle paden door natuurgebieden en landschappen die het edelhert zou kiezen op zijn tocht dwars door ons land. Het vierde traject, opgedeeld in vier dagetappes, loopt richting en door het Zuid-Limburgse heuvelland. Bekijk de informatie over traject 4.
Langzaam verlaten we het invloedgebied van de Maas en raken we in de invloedsfeer van het Zuid-Limburgse heuvelland met zijn Limburgse klei (eigenlijk löss) en beroemde mergel (eigenlijk kalksteen). Zuid-Limburg met zijn fraaie bossen, kalkgraslanden, de Geul en het plateaulandschap met grootse vergezichten. Toch is voor het edelhert niet makkelijk dit gebied veilig te doorkruisen. Er zijn nogal wat barrières, zoals het dicht bevolkte industriegebied rond Sittard. Voor ons is dit traject wel fraai en groen, maar voor het edelhert niet genoeg en zouden slimme aanpassingen noodzakelijk zijn.
Zelf de Edelherttrail doen? Dat kan met de SNP Reis App. Installeer de app op je Smartphone (zowel IOS als Android) en ontgrendel de vier etappes van het traject 'De Maas in al haar verschijningsvormen' met de shortcode. Deze code én gpx-bestanden zijn voor €7 te koop via onze webshop.
Het Edelherttrail-traject 'naar het Zuid-Limburgse heuvelland' is opgedeeld in 4 etappes:
Etappes 1 t/m 5 vind je in traject 1: de Veluwe.
Etappes 6 t/m 9 vind je in traject 2: van IJssel naar Maas via het Reichswald
Etappes 10 t/m 15 vind je traject 3: de Maas in al haar verschijningsvormen
Etappes 20 t/m 22 vind je in traject 5: van Zuid-Limburg naar Monschau
De etappe in het kort:
Vanaf Vlodrop zoek je de grensstreek op. Daar liggen aan afwisselend Duitse of Nederlandse kant bossen en bosjes die door beken aan elkaar geregen worden, zoals de Vlootbeek, de Kitschbach of de Waldfeuchterbach. Je loopt over fraaie landweggetjes ruige- of bloemrijke graslanden. De bosjes zijn vaak natte, dichte Elzenbroekbossen, maar af en toe ook naaldbossen, waar je tussen de bomen het bos niet kunt zien. Of bossen met manshoge Adelaarsvarens. In de vochtige bossen bij Schalbruch liggen prachtige bloemrijke graslanden, ideaal voor wild. Vlak voor het eindpunt ligt een hoogtepunt het IJzerenbos met een bijzondere ondergroei van wilde Aalbessen en de eerste bollen Maretak in de populieren. Hier proeven we het eerste Zuid-Limburg.
De etappe in het kort:
Je loopt vanuit Susteren zo het bos ’t Hout is, weer zo’n bijzonder bos. De lemige ondergrond afgezet door de Rode beek zorgt ervoor dat er Aalbes, Salamonszegels en veel Kamperfoelie groeit. Je volgt de Vloedgraaf een gegraven tak van de Rode beek, die leidt naar de Geleenbeek. De aanwezigheid van de Wijngaardslak geeft aan dat het Limburgse heuvelland nadert. De beek loopt dwars door Sittard en vormt een onverwacht groen wereldjes met Weidebeekjuffer en al tussen de huizen. Mooi voor ons. Te nauw voor het Edelhert. Daarvoor zal een groene route rondom gecreëerd moeten worden. Na Sittard met zijn oude centrum blijft de Geleenbeek onze leidraad. Er is veel moois te zien langs deze traag stromende, kronkelende beek, die op veel plaatsen weer natuurlijk ingericht is. Bij Sweikhuizen doemen ineens de eerste echte Limburgse heuvel op met aan de voet een bloemrijk grasland. Dan duik je het Stammender bos in dat vanwege het hoogteverschil heel afwisselend is. En dan ben je ineens bij het eindpunt Spaubeek.
De etappe in het kort:
Vanaf Spaubeek zit je helemaal in de Zuid-Limburgse heuvelland. Ineens zie je overal maretakken in de bomen zitten. Je loopt omhoog door holle wegen met fraaie dikke met klimop behangen eiken, dikke beuken, Zoete kersen en hoge essen. Dassen graven hier hun burchten in de löss-bodem. Boven kom je op het plateau, waar op de vruchtbare grond grote akkers liggen en bijbehorende grote carréhoeves. Hier werd 7000 jaar geleden de eerste landbouw bedreven. In het dorpje Terstraten zien je ook de typische vakwerkhuizen. In het Ravenbos maak je kennis met het Eiken-Haagbeukenbos, waar in het voorjaar de bosbodem bedekt is met bloemen: Bosanemonen, sleutelbloemen, klaverzuring en vele anderen. Na dit sprookjesbos gaat het steil naar beneden naar Valkenburg aan de Geul, waar je even bij kunt komen op een terras. Dan volg je de Geul nog even voor je omhoog het Schaelberger bos ingaat met als zijn lianen. Je komt bij de Kluis, waar tot 1930 kluizenaars woonden. Het uitzicht is prachtig. Dan daal je weer af en passeer je de steilwand van de Däölkesberg die bestaat uit kalksteen, inclusief een grot en vuursteengaten. Verder naar beneden het Geuldal in, dat je stroomopwaarts volgt tot het eindpunt Schin op Geul.
De etappe in het kort:
Vanaf Schin op Geul steek je al snel de Geul over en door de vochtige graslanden van het Geuldal. Dan gaat het omhoog het Gerendal in met zijn fraaie bosrand. Hier kun de prachtige, natuurlijke orchideeëntuin bezoeken, die begin juni op zijn mooist is. Eigenlijk geen tuin maar een voorbeeld hoe dergelijke droge Zuid-Limburgse kalkhellingen er ooit uitzagen. Door overbemesting zijn de meeste verloren gegaan, maar in handen van natuurbeschermers vaak weer in ere hersteld. Bovenop het plateau aangekomen, wordt de landbouw weer grootschalig, maar het duurt niet lang voordat een lange afdaling begint door een prachtige holle weg die uiteindelijk bij de Beertenshove uitkomt een idyllisch gelegen gehucht met een fraaie vakwerkboerderij. Door een kleinschalig landschap en mooie bossen en helling grasland met graften gaat het richting Gulpen, waar de Gulp in de Geul uitkomt. We steken de Geul over en passeren kasteel Cartils. Bij het plaatsje Partij gaan we de Geul stroomopwaarts volgen, een zeer fraaie, maar wel vrij druk bezochte route door graslanden en moerasjes. Je eindigt in Epen.