Bestaan er nog dorpjes op Griekse eilanden waar men verbaasd opkijkt van een toerist? Je zou het niet denken, tot je de Corfu Trail loopt. Om het Griekse eiland Corfu ook van een andere, minder ‘massatoerisme-achtige’ kant te laten zien, werd in 2001 de 220 km lange Corfu Trail gelanceerd. Deze verrassend groene en stille route slingert van zuid naar noord over het hele eiland en pikt veel hoogtepunten van Corfu mee.
‘Zeg Jonathan, wat proef jij in de olijfolie?’ ‘Ik proef … eh… olijven?’ antwoordt hij met een vragende uitdrukking op zijn gezicht. Lachend veeg ik met een stuk brood nog een flinke hoeveelheid van het goudgele vocht op. Met mijn ogen dicht stop ik de druipende massa in mijn mond. ‘Hmmm, ik proef de zon. Ik proef een lange hete zomer. Een natte winter. Uitgestrekte olijfboomgaarden…’
We zijn op Corfu, het groenste eiland van Griekenland. We volgen de gemarkeerde Corfu Trail, maar af en toe missen we een bordje. Waardoor we steeds weer op de mooiste, onontdekte plekjes komen. Zoals nu. Op een geïmproviseerd terras (twee stoelen uit een huiskamer) met een vers gemaakt bord Griekse salade voor onze neus. De tomaten komen net uit de tuin en zijn nog warm van de zon. De olijfolie is huisgemaakt en proeft werkelijk als de zon op je tong.
We lopen in een week tijd ongeveer de helft van de Corfu trail, een 220 kilometer lange wandelroute. Met de trail slinger je over de volle 62 kilometer die Corfu lang is. Je beklimt de hoogste berg van het eiland: de Pantokrator van ruim negenhonderd meter hoogte. Onze tocht begint aan de oostkust in Paramonas en eindigt aan de westkust in Agios Spiridon, tevens het noordelijkste puntje van het eiland. Langs de kust hebben we bijna voortdurend uitzicht op zee. En een bijkomstig voordeel van wandelen op een eiland: na een dag lang zweten springen we bijna rechtstreeks vanuit ons overnachtingadres het verfrissende water in.
Na een veld vol bloemen duiken we weer een olijfgaard in. Ook onder deze honderden jaren oude bomen staat een zee van kleine paarse bloemetjes. Jonathan kijkt vertwijfeld rond. ‘Ik wil eigenlijk niet weer bloemen op de foto zetten. We zijn niet bezig voor een folder van de Intratuin! Maar het is wel erg mooi…’
Na toch maar even een plaatje lopen we door naar misschien nog wel een mooier plaatje: Myrtiotissa Beach, ‘perhaps the loveliest beach in the world’ aldus Lawrence Durrel, een Brits dichter, romanschrijver, toneelschrijver en reisschrijver. Lawrence leefde in de twintigste eeuw en weigerde zich toen al aan een land te binden. Hij noemde zichzelf ‘wereldburger’ en zwierf de hele aarde over. Het kleine strand wordt omzoomd door bomen en rotsen. De zee kabbelt voorzichtig het zandstrand op om het vredige uiterlijk zo min mogelijk te verstoren. Mooi! Maar het mooist? Nee, we hebben stillere stranden gezien... Drieëntwintig badlakens vullen de niet zo grote reep zand.
‘Wat staat er dan precies in de routebeschrijving?’ vraagt Jonathan nog eens, terwijl hij de takken van een olijfboom opzij duwt om te kijken of er een markering op de stam staat.
‘Langs het zwembad en dan links’, antwoord ik, terwijl ik op zoek ga naar het telefoonnummer van Anna. Na anderhalf uur zoeken ben ik het zat. We hoopten vandaag vroeg te starten om de ergste warmte voor te zijn. Doordat we de route niet kunnen vinden zullen we nu rond twaalf uur vanmiddag op het steilste stuk zijn. Anna, eigenaresse van een kleinschalig reisbureau dat voor ons de overnachtingadressen regelde, neemt op. In het Engels legt ze uit dat het hotel sinds vorig jaar twee zwembaden heeft. We moeten op zoek naar zwembad twee en dan vinden we de route vanzelf. Haar uitleg klopt. Op de zwembadtrap vinden we een gele lik verf. Een beetje vreemd voelt het wel. Links van ons liggen mensen te zonnebaden, rechts is het zwembad. Even verderop moeten we over een overdekt terras tussen de tafeltjes door; links is de zee en rechts het restaurant. De obers knikken bevestigend op de vraag of de route hier echt tussen de etende mensen doorloopt. Maar het meest bijzondere volgt pas iets later. In de beschrijving staat dat we via trappen tegen de steile kliffen op moeten klimmen. Bij de rotsen staan twee ingeklapte, enigszins verroeste keukentrapjes. Deze beklimming overleeft hebbende strekt een nieuw eindeloos veld olijfbomen zich voor ons uit. Rustig, alsof hier al jaren niemand meer heeft gelopen.
Misschien wel het mooiste uitzichtpunt van Europa ligt tussen de dorpjes Lakones en Krini, vermeldt onze routebeschrijving. Moeilijk, om met zulke criteria te schermen. Het voelt alsof een supermarkt ons probeert te lokken met de zoveelste kiloknaller. Maar daar komen we hier niet voor. We komen voor de rust en de ruimte die je buiten de kust vindt. Voor de dorpjes waar de inwoners nog verbaasd opkijken naar een toerist. Voor de eindeloze velden vol olijfbomen waar je urenlang geen mens tegenkomt. Voor de paadjes waar je af en toe verkeerd loopt. En daardoor op de mooiste, onontdekte plekken komt. Misschien wel de mooiste onontdekte plekken van Europa.