De Heuvelrughike is een fantastische wandelervaring die het Gooi verbindt met de Grebbeberg. Deze vijfdaagse wandeltocht biedt je een unieke beleving van het typisch Nederlandse stuwwallenlandschap. Zo ontdek je op een sportieve manier bekende en minder bekende stukjes van dit heuvelachtige groene lint dat diagonaal door ons land loopt.
De Heuvelrug, waarvan het midden en zuidelijk deel de Utrechtse Heuvelrug wordt genoemd, is geologisch gezien één geheel. De totale lengte is ongeveer 50 km lang en het bestrijkt zo’n 23.000 hectare. Het bijzondere stuwwallenlandschap is uniek in de wereld en werd zo’n 150.000 jaar geleden door gletsjerijs gevormd. Het gevarieerde landschap bestaat nu voor een groot deel uit bos en heidevelden met hier en daar een zandverstuiving. Deze hogere zandgronden vormen een mooi contrast met het lager gelegen veen- en rivierenlandschap.
De meeste mensen kennen de Utrechtse Heuvelrug, maar dat is maar het halve verhaal. Hoewel grofweg twee-derde van de route over Utrechts grondgebied loopt, hoort ook Noord-Holland echt bij de Heuvelrug. De wandelroute doorkruist twee provincies en 9 gemeenten. Misschien is dat de reden dat dit de eerste en enige aaneengesloten wandelroute over de hele Heuvelrug is. Een goede reden om de wandelschoenen aan te doen.
Op hoogtekaarten zie je de zandrug van de Heuvelrug duidelijk liggen. Deze hoger gelegen zandrug is gevormd in de voorlaatste ijstijd, het Saalien. Voor deze koude periode hadden de oude rivierlopen van Rijn en Maas al dikke lagen zand en grind afgezet. Toen het zo’n 150.000 jaar geleden erg koud was op aarde drong een gigantische gletsjer uit het noorden Nederland binnen. Het poolijs reikte toen tot halverwege Nederland, ten noorden van de lijn Haarlem-Utrecht-Nijmegen. Het oprukkende ijs en duwde het zand en grind voor zich uit en opzij. Zo stuwde het ijs de rivierafzettingen van zand en grind op tot hoge stuwwallen. Bovenop de stuwwal kom je dan ook nog forse stenen en heel wat grind tegen. Door de stuwende kracht van het ijs ontstond de Heuvelrug, een bijna aaneengesloten stuwwal van Huizen tot voorbij Rhenen. Aan de rand van het ijs zocht smeltwater zijn weg door zwakke plekken in de stuwwal en er ontstonden ijssmeltwaterdalen aan de ‘buitenkant’ van de stuwwal.
Omdat de bodem voornamelijk uit zand en wat klei en grind bestaat, hebben de stuwwallen onderscheidend karakter van de rest van Nederland. Op deze zandgronden vind je nu vaak naald- en loofbossen, maar dat is niet altijd zo geweest. Na laatste ijstijd, toen het klimaat warmer werd, is het gebied bebost geraakt. Maar door de toenemende bevolking werd steeds meer bos gekapt voor landbouw en veeteelt. Toen de landbouw en bedrijvigheid in de middeleeuwen naar lager gebieden verplaatste bleef veeteelt, vaak met extensieve begrazing, de overhand. Waar het bos op de droge heuvelrug verdween ontstonden heidevelden en stuifzanden. Door begrazing kregen nieuwe bomen geen kans en ontstonden grote woeste gebieden. Hier en daar kwam het zand helemaal bloot te liggen. Als de wind er vrij spel had, ontstonden er uitgebreide stuifzandgebieden. Pas in de negentiende en twintigste eeuw werden op grote delen opnieuw bossen aangelegd.
Tijdens de laatste ijstijd, het Wechselien, kwam het landijs niet tot Nederland. Het was hier wel ongelooflijk koud en droog, want al het water zat opgesloten in het poolijs. Zelfs de Noordzee stond droog. Deze koude periode duurde van plm 100.000 – 11.000 voor Chr. Er heerste in Nederland toen een soort toendraklimaat, waarbij de ijzige wind vrij spel had in het onbewoonde en onbegroeide landschap. Deze wind kon zand over grote afstanden verplaatsen waar het in de luwte van de stuwwallen neerdaalde als dekzand. Dit zand is fijner van structuur en lichter. De grote stuifzandgebieden op de Heuvelrug zijn nog wat later ontstaan door menselijk ingrijpen in de middeleeuwen.
De warmere periode tussen de een na laatste en laatste ijstijd werd het Eemien genoemd, genoemd naar de Eemzee. De Eemzee was de voorloper van de Zuiderzee en strekte zich uit in het gletsjerdal van de Gelderse vallei. We leven nu in het Holoceen, de warme periode na de laatste ijstijd. En inmiddels is het kale dekzand op de meeste plaatsen begroeid. Maar zand is een zeer waterdoorlatende grondsoort en dus zakt het regenwater snel de bodem in. De droogte kan dan ook een gevaar vormen voor de natuur op de Heuvelrug.
Ook andere Nederlandse stuwwallen zoals de Veluwezoom en de Sallandse Heuvelrug ontstonden in het Saalien. De Maas en Rijn die oorspronkelijk door het IJsseldal liepen, moesten hierdoor zelfs naar het westen uitwijken. Zo kreeg Nederland zijn huidige vorm. Oorspronkelijk waren deze stuwwallen honderden meter hoog. En hoewel de oude stuwwallen inmiddels zijn afgevlakt door erosie, zie je ze nog duidelijk in het landschap. Kijk maar eens naar het contrast tussen de hoge zandgronden en de lagere rivierdalen.
Nadat ijs, water en de wind het landschap vorm hadden gegeven, deed de mens zijn intrede. Op deze wandeling ontdek je welke sporen de mens vanaf de prehistorie achter liet op de Heuvelrug. Aan het einde van de laatste ijstijd, zo rond 10.000 voor Chr. gingen rondtrekkende rendierjagers zich vestigen op de Heuvelrug. Hiervan zijn tijdelijke kampen en vuursteenplaatsen gevonden. Zo’n 5.000 jaar geleden maakten de jagers plaats voor landbouwers op de rand van de inmiddels beboste heuvels. Uit deze tijd zijn vooral grafheuvels als zichtbare herinnering in het landschap overgebleven. Deze geven al een idee dat er nederzettingen in de buurt waren. De landbouw kreeg een meer permanent karakter toen in de Bronstijd de akkertjes werden geconcentreerd in zogenaamde raatakkers of Celtic Fields. Uitgeputte ‘raten’ werden ook wel benut voor bewoning. Over de prehistorische bewoning en het wegenpatroon van de Heuvelrug is nog vrij weinig bekend. Ook over de verbinding met de bewoners van het Romeinse Rijk tot zo’n 400 na Christus ten zuiden van de Rijn is vrij weinig bekend.
Zo wandel je langs vele grafheuvels, soms meerdere naast elkaar. De bijzondere locaties die werden uitgekozen om de doden te begraven vormen nog vaak markante plekken in het landschap. In de middeleeuwen nam de mens steeds meer bezit van de natuur. Bossen werden gekapt voor de bouw van huizen en dienden als brandhout. Op de kale grond kreeg de wind vrij spel op het zand. Daar waar het zand werd vastgelegd groeide grassen en heide, ideale grond om schapen te houden. De mest van de schapen werd weer benut om akkers te bemesten en zo deed de landbouw haar intrede op de Heuvelrug.
Na de middeleeuwen raakte de Heuvelrug weer bebost. Dit gebeurde spontaan, want als de heide niet meer begraast wordt groeit deze langzaam dicht. Ook werden er grote stukken bos aangeplant, vaak met sparren, voor de productie van hout. Deze rechthoekige bosbouwakkers zijn nog steeds herkenbaar in het landschap. Ze vormen een groot contrast met de weelderige lanen en tuinen van die in de 19e eeuw werden aangeplant. Welgestelden lieten toen massaal buitenplaatsen aanleggen waarbij de schoonheid van de natuur juist voorop stond. Zo kreeg de Heuvelrug haar huidige karakter.
Qua water is Nederland is het afvoerputje van Europa. Voortdurend voeren rivieren zand, grind en ander erosiemateriaal aan uit verre berggebieden en alles wordt bij ons gedumpt. Laag op laag is zo het land ontstaan waarop we leven. Nederland is in feite een enorme rivierdelta. In het verleden was het meermaals één grote riviervlakte. Hierin stroomden woeste rivieren die ongehinderd hun bedding verlegden en overal zand- en grindbanken opruimden en weer opbouwden. Tegenwoordig is het rivierengebied beperkter van omvang en worden Maas, Rijn en IJssel in bedwang gehouden door kribben en dijken. Tegenwoordig worden rivieren op veel plaatsen uit het korset van dijken gehaald waardoor natuurlijke processen weer hun gang kunnen gaan. Dit komt ook de natuur in die gebieden ten goede. Het stromende rivierwater vervoert klei, zand en grind. Komt het water tot rust, dan zinken deze materialen naar de bodem: het zware grind het eerst, dan zand en als laatste de lichte kleideeltjes. Zo is in de loop der jaren een nutriëntrijke bodem ontstaan. Daar waar de rivieren direct aan de heuvelrug grenzen, bijvoorbeeld bij de Grebbeberg, leverde de eroderende werking van water spectaculaire kliffen op.
De natuur op de Heuvelrug is in de loop der tijd behoorlijk versnipperd. Daar hebben naast wandelaars vooral dieren last van. Een groot aantal (snel)wegen en spoorbanen doorkruist het gebied. Ook woningbouw neemt steeds meer ruimte in. Daarmee komt de natuur en biodiversiteit onder druk te staan. Geïsoleerde gebieden maakt het voortbestaan van soorten kwetsbaar.
In 2008 trokken schaapsherders Johan Griffioen en Mirjam de Hiep met hun kudde de hele Heuvelrug over van Rhenen naar Huizen. Ze toonden met hun tocht van ruim drie weken aan hoeveel obstakels dieren onderweg tegenkomen. Inmiddels zijn er op veel plaatsen natuurverbindingen en ecoducten geplaatst. Hun kudde zou het hele traject nu in minder dan een week kunnen doen. Maar hoe is dat voor mensen?
Wij lopen de hele Heuvelrug in vijf dagen. En hier en daar mogen we, net als het wild, gebruik maken van natuurverbindingen. Maar helaas is niet alles onverhard. Wel hebben we heel wat kleine paadjes gevonden om zoveel mogelijk door het groen te lopen.
De Heuvelrug is, na de Veluwe, het grootste bosgebied van Nederland. Het is een van de kerngebieden van het Natuurnetwerk Nederland (voorheen de Ecologische Hoofdstructuur). Het zuidelijk deel is sinds 2003 Nationaal Park. In 2013 kwam daar het middelste deel bij. Door middel van ecoducten krijgen de dieren een steeds groter aaneengesloten leefgebied.
Bekijk hieronder de video uit 2011 over de tocht van Johan Griffioen en Mirjam de Hiep over de gehele heuvelrug van Rhenen naar Huizen:
Tijdens de vijfdaagse wandeltocht loop je door de geschiedenis van het landschap. Welgestelden bouwden er buitenhuizen, Napoleons soldaten bivakkeerden en vandaag de dag kunnen we er genieten van uitgestrekte bossen, weidse heidevelden, prachtige vergezichten en een rijke afwisseling tussen natuur en cultuur. Kortom een ideaal gebied om te hiken.
Deze route is in vijf dagen te lopen. Alle begin- en eindpunten zijn bereikbaar met de auto en het OV. Maar nog leuker, doe je rugzak op en loop de hele heuvelrug…