Er is oneindig veel te wandelen in Oostenrijk en voor iedereen: van de echte beginner tot de berggeit met ‘topdwang’. Wandelen in Oostenrijk is als graaien in een nooit leegrakende snoepdoos. Moeilijk kiezen? Niet als je bergwandelgids en Oostenrijkse Nederlander Coen Weesjes kent. Speciaal voor Op Pad maakte hij een selectie van de mooiste gebieden en de mooiste wandelingen. Hieronder stellen we de gebieden aan je voor.
Dit artikel is geactualiseerd in augustus 2024.
Wandelen in het Tiroolse deel van het nationaal park Hohe Tauern is anders. Authentieker, oorspronkelijker, gereduceerd op het meest noodzakelijke en het wezenlijke. Dit deel van Tirol ligt als enige aan de zuidkant van Alpen met al zijn voordelen. Het dunbevolkte gebied is één van de meest bergachtige regio's in Oostenrijk met meer dan 150 bergtoppen boven de 3.000 meter. De 3.798 meter hoge Grossglockner raagt als hoogste berg boven de Hohe Tauern uit. Het nationaal park Hohe Tauern biedt fascinerende landschappen, niet alleen voor wandelaars. Het park is het grootste nationale park in de Alpen en strekt zich uit over de bondslanden Salzburg, Karinthië en Tirol. Bedreigde en internationaal beschermde dier- en plantensoorten kun je in de Hohe Tauern tegenkomen of zien vliegen, denk aan de steenarend en de lammergier. De geologische opbouw van de Hohe Tauern is ongewoon gecompliceerd. Dat maakt het landschap zo aantrekkelijk maakt: van loodrechte rotswanden en messcherpe graten zijn er alle overgangen te vinden tot aan glooiende grasbergen en moerassen. Dan weer steile puinhellingen en gletsjers, dan weer hoogplateaus en bergmeren.
Wil je graag wandelen in Oostenrijk maar kun je wel wat hulp gebruiken bij het organiseren ervan? Bekijk dan het aanbod wandelvakanties in Oostenrijk van SNP Natuurreizen.
De Kitzbüheler Alpen worden vanwege hun glooiende verschijning ook grasbergen genoemd. Kitzbühel zelf is een mondaine stad en een hotspot in de Alpen, ‘de meest legendarische sportstad in de Alpen’. Nogal wat andere plaatsen in het gebied zijn bekend als wintersportplaats. De Kitzbüheler Alpen zijn uitermate geschikt om ´s zomers te wandelen en ´s winters te skiën. Het Brixental bijvoorbeeld, is een bekend wintersportgebied. De bergen hier zijn dan ook goed ontsloten met skiliften. Hier wandel je zonder veel hoogtemeters te hoeven maken. Ongerepte en wilde natuur en de hoogste bergtoppen van de Kitzbüheler Alpen vind je in deze regio in het zuiden, aan het einde van de lange dalen waar de dorpjes Rettenbach en Aschau liggen.
Tussen de uitlopers van de Hohe Tauern en het Nationalpark Nock-berge ligt de Millstätter See. Het wandelgebied rondom één van de grootste meren in Karinthië geldt als een juweel. De glooiende en ronde vormen van de bergtoppen, de zogenoemde nocken, beloven veel genot met weinig moeite. De boomloze toppen zijn vaak met gras begroeid waardoor ze een goedmoedig karakter hebben en zonder gevaar bewandeld kunnen worden. Typerend voor het gebied is de topografie op drie niveaus. Het meer ligt op 600 m boven zeeniveau en vormt het eerste niveau. Het tweede is het hoogplateau op 900 m dat zich aan beide zijdes van het meer uitstrekt. Op 2.000 m ligt het derde niveau, de Millstätter Alpe. De watertemperatuur van de Millstätter See bereikt 's zomers zo'n 22° en is ideaal voor een verfrissende duik na het wandelen. Meerdere keren per dag varen boten het meer rond waardoor wandelingen ergens anders kunnen eindigen en men per boot weer terug komt.
Coen Weesjes woont in Filzmoos, een bergdorpje aan de voet van de Bischofsmütze en Dachstein in het Salzburgerland. Hij werkt er als bergwandelgids, fotograaf en skileraar. Kent het Salzburgerland (dus) als zijn broekzak. “Ik ben gefascineerd door de tegenstellingen daar: Dachstein – Niedere Tauern, kalk – graniet, waterarm – waterrijk”.